Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2022 in de zaken tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Beroepsgronden
Beoordeling
Conclusie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen twee besluiten van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met betrekking tot haar studiefinanciering. Het eerste besluit, bestreden besluit I, betreft de ongegrondverklaring van haar bezwaar tegen een eerdere beslissing van DUO van 23 februari 2021, waarin haar aanvraag voor een aanvullende beurs werd afgewezen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer BRE 21/3802 WSFBSF. Het tweede besluit, bestreden besluit II, betreft de niet-ontvankelijkheid van haar bezwaar tegen beslissingen van DUO van 23 januari 2015 en 9 november 2020, geregistreerd onder zaaknummer BRE 21/3803 WSFBSF.
De zitting vond plaats op 12 mei 2022, waar eiseres digitaal aanwezig was, vertegenwoordigd door haarzelf, en DUO werd vertegenwoordigd door mr. F. Hummel-Fekkes. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in oktober 2012 studiefinanciering heeft ontvangen en dat zij op 23 januari 2015 een wijzigingsformulier heeft ingevuld, wat leidde tot een aanpassing van haar lening en studiefinanciering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van DUO, maar de rechtbank oordeelt dat de aanvragen voor de aanvullende beurs te laat zijn ingediend en dat DUO zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres geen recht heeft op de aanvullende beurs voor de jaren 2015 en 2016.
De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en er geen reden is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten op 19 mei 2022 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.