ECLI:NL:RBZWB:2022:2752
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijke niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in WIA-zaak
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, die op 17 februari 2022 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft geweigerd met ingang van 19 mei 2021. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 19 mei 2022 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft eiser tweemaal in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eiser heeft geen betaling gedaan en ook geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.