ECLI:NL:RBZWB:2022:2753
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verkeersbesluit tot reservering van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 19 mei 2022, wordt het beroep van eisers tegen het verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Het verkeersbesluit, genomen op 18 november 2020, houdt in dat er twee parkeerplaatsen worden gereserveerd voor het opladen van elektrische voertuigen aan de [adres 1] ter hoogte van huisnummer 37. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij van mening zijn dat de verkeersveiligheid in het geding komt. Zij stellen dat de parkeerplaatsen binnen vijf meter van een kruising worden gerealiseerd, wat in strijd is met artikel 24, eerste lid, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
De rechtbank heeft de zaak op 7 april 2022 behandeld, waarbij zowel eisers als de gemachtigde van het college aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat uit het dossier niet blijkt wat de exacte locatie van de parkeerplaatsen zal zijn en dat de afstand tot de kruising onduidelijk is. Hierdoor is het niet zeker of het verkeersbesluit in overeenstemming is met de geldende verkeersregels. De rechtbank heeft het bestreden besluit als gebrekkig aangemerkt en het college in de gelegenheid gesteld om het gebrek te herstellen binnen vier weken na verzending van de uitspraak.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de vergoeding van griffierecht en proceskosten nog niet aan de orde is. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar kan dit wel gelijktijdig met de einduitspraak worden ingesteld.