Uitspraak
.[voornaam 2] heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 mei 2022 een nadere beschikking gegeven in het kader van een echtscheiding tussen de vrouw en de man. De vrouw verzocht om beëindiging van de gezamenlijke voogdij over hun drie minderjarige kinderen, die sinds de echtscheiding in 2020 onder toezicht stonden. De rechtbank oordeelde dat de gezamenlijke voogdij niet langer in het belang van de kinderen was, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders en het feit dat de vrouw al geruime tijd de zorg voor de kinderen alleen op zich nam. De rechtbank heeft de gezamenlijke voogdij beëindigd en het gezag voortaan alleen aan de vrouw toegekend. De man had verzocht om te bepalen dat de kinderen bij de vrouw hun hoofdverblijf zouden hebben, wat door de vrouw werd gesteund. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het gezag nu bij de vrouw ligt, wat automatisch betekent dat de kinderen bij haar wonen. De omgangsregeling tussen de man en de kinderen werd ook vastgesteld, waarbij de man recht heeft op omgang met de kinderen op bepaalde momenten. De rechtbank heeft de verzoeken van de man en vrouw zorgvuldig afgewogen en de beslissingen genomen in het belang van de kinderen.