ECLI:NL:RBZWB:2022:2803

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
AWB- 21_5239
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank inzake beroep tegen definitief ontwerpplan

Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser uit een onbekende plaats en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het definitieve ontwerpplan, dat door de verweerder op 9 december 2021 was vastgesteld. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen. Dit is mogelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank legt uit dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank, zoals vermeld in artikel 8:1 van de Awb. Echter, volgens artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt onder een besluit verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die inhoudt een publiekrechtelijke rechtshandeling. De rechtbank verwijst naar vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat de vaststelling van een (her)inrichtingsplan niet gericht is op enig rechtsgevolg, waardoor het niet als een besluit kan worden aangemerkt in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.

Aangezien de rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep, heeft zij besloten het door de eiser betaalde griffierecht terug te storten. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen, maar een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/5239

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 mei 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het definitieve ontwerpplan “ [naam ontwerpplan] ”, vastgesteld door verweerder op 9 december 2021.

Overwegingen

Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom zij onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen.
Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Dit staat in artikel 8:1 van de Awb.
In artikel 1:3, eerste lid, van de Awb staat uitgelegd wat onder een besluit wordt verstaan. Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State [1] is de vaststelling van een (her)inrichtingsplan niet gericht op enig rechtsgevolg, waardoor het geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
De rechtbank is daarom onbevoegd om van het beroepschrift kennis te nemen.
Omdat de rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van het ingestelde beroep, zal het door eiser betaalde griffierecht worden teruggestort. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd;
- gelast de griffier het betaalde griffierecht terug te storten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 20 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van 13 april 2011, gepubliceerd op www rechtspraak.nl onder ECLI:NL:RVS:2011:BQ1037