ECLI:NL:RBZWB:2022:2805
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake inschrijving op adres door eiser in het buitenland
Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, woonachtig in het buitenland, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. Eiser had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 25 mei 2021, waarin de inschrijving op een specifiek adres werd geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen beroepsgronden heeft ingediend in zijn beroepschrift van 19 juli 2021. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om dit verzuim te herstellen, heeft eiser geen gronden ingediend. Eiser gaf aan dat hij vanwege ziekte in het buitenland was en niet in staat was om zijn post bij te houden, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen geldige reden was voor het verzuim. Eiser had eerder vragen kunnen stellen over de onduidelijkheid van de situatie en had ook een derde kunnen inschakelen om hem te helpen. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken.