ECLI:NL:RBZWB:2022:2808
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake kindgebonden budget 2020
In deze zaak heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen over het kindgebonden budget voor het jaar 2020. Het bezwaarschrift is op 15 juni 2021 ontvangen door de Belastingdienst, die het vervolgens als beroepschrift naar de rechtbank heeft doorgestuurd. De rechtbank ontving het beroepschrift op 6 augustus 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken na de bekendmaking van het besluit, die op 12 februari 2021 plaatsvond. Dit betekent dat de termijn eindigde op 26 maart 2021, terwijl het beroepschrift pas op 15 juni 2021 is ontvangen.
De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om de reden van de termijnoverschrijding toe te lichten, maar eiseres heeft geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor is er geen aanleiding om de niet-ontvankelijkheid te heroverwegen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 20 mei 2022 en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.