Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam verzoeker] , te [plaatsnaam] , verzoeker,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Wat zegt de wet?
Is sprake van tegemoetkomen?
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van 5 februari 2020 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, betreffende de verlening van een omgevingsvergunning voor het tijdelijk bewonen van een bijgebouw aan de [adres] in [plaatsnaam]. Tijdens de zitting op 30 november 2020 is het onderzoek geschorst. Op 21 september 2021 heeft het college de omgevingsvergunning op verzoek van de vergunninghouder ingetrokken. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van het college in de proceskosten, ter hoogte van € 219,35, bestaande uit reiskosten, verzendkosten en griffierecht.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling beoordeeld aan de hand van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat er geen sprake is van tegemoetkomen aan verzoeker, omdat het college de omgevingsvergunning heeft ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder en niet op basis van de beroepsgronden van verzoeker. De rechtbank concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van proceskosten, en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. de Rooij, griffier, op 21 januari 2022. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.