Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 23 juni 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[belanghebbende] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Tholen, de heffingsambtenaar,
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schade van € 400,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot vergoeding van immateriële schade van € 1.100,-;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 270,50;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 270,50;
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende vergoedt de helft van het door hem betaalde griffierecht, zijnde € 24,-;
- gelast dat de Staat der Nederlanden aan belanghebbende vergoedt de helft van het door hem betaalde griffierecht, zijnde € 24,-.
Rechtsmiddel
Bijlage
Kamerstukken II 1993/94, 22 885, nr. 36, blz. 44).