Op 14 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen. Dit besluit, genomen op 21 maart 2022, betrof de oplegging van drie lasten onder dwangsom vanwege overtredingen van het bestemmingsplan. Verzoekers, eigenaren van een perceel aan [adres], hadden bezwaar gemaakt tegen deze lasten, die waren opgelegd naar aanleiding van geconstateerde overtredingen tijdens een controle op 15 oktober 2021. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overtredingen, waaronder illegale bewoning en overschrijding van het toegestane aantal vierkante meters voor een aan huis gebonden bedrijf, terecht waren vastgesteld door het college. De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit van 21 maart 2022 naar verwachting in bezwaar stand zal houden, en dat de verzoekers al geruime tijd op de hoogte waren van de overtredingen zonder adequate actie te ondernemen. De lasten onder dwangsom werden als proportioneel en rechtmatig beoordeeld.