ECLI:NL:RBZWB:2022:3301
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Toekoen
- Rechtspraak.nl
Vervanging van gecertificeerde instelling in jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervanging van de gecertificeerde instelling die verantwoordelijk is voor de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige1] en [minderjarige2]. Deze minderjarigen waren sinds 29 september 2021 onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSS) voor een periode van één jaar. Het verzoek tot vervanging werd ingediend door WSS op 21 april 2022, waarin werd verzocht om vervanging door Stichting Jeugdbescherming Brabant (JBB) voor de verdere uitvoering van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat WSS nog geen jeugdzorgwerker had aangewezen in deze zaak.
De kinderrechter heeft de belanghebbenden, waaronder de ouders van de minderjarigen, de mogelijkheid geboden om een mondelinge behandeling aan te vragen. De moeder heeft aanvankelijk aangegeven een mondelinge behandeling te wensen, maar heeft dit later ingetrokken. De vader heeft niet gereageerd op de uitnodiging voor een mondelinge behandeling. Gezien het ontbreken van een verzoek voor een mondelinge behandeling en de overgelegde stukken, heeft de kinderrechter besloten dat een mondelinge behandeling niet nodig was.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de vervanging van WSS door JBB gerechtvaardigd is, nu JBB zich bereid heeft verklaard de uitvoering van de ondertoezichtstelling over te nemen en er geen bezwaren zijn geuit door de belanghebbenden. De kinderrechter heeft JBB aangewezen als de nieuwe gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en heeft WSS vervangen met ingang van de uitspraak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.