In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de kinderalimentatie. De vrouw verzocht om vaststelling van een onderhoudsbijdrage van € 25 per maand voor hun minderjarige kind, met wettelijke indexering per 1 januari 2022. De man daarentegen verzocht om uitsluiting van deze indexering, stellende dat zijn inkomen niet zou stijgen in overeenstemming met het indexeringspercentage. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat de man de bijdrage van € 25 per maand moet voldoen, maar dat zij verschillen van mening over de indexering. De rechtbank oordeelde dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn inkomenssituatie en dat er geen reden is om de wettelijke indexering uit te sluiten. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw toegewezen en het verzoek van de man afgewezen. De man moet met ingang van 1 december 2021 de bijdrage van € 25 per maand betalen, te vermeerderen met de wettelijke indexering per 1 januari 2022.