ECLI:NL:RBZWB:2022:336
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake aanvraag PTSS hulphond
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 januari 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 13 juli 2021, dat gericht was tegen het besluit van 3 juni 2021, waarbij haar aanvraag voor een PTSS hulphond was afgewezen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de beslistermijn niet rechtsgeldig heeft verdaagd en dat de termijn voor het nemen van een besluit inmiddels is verstreken. Eiseres heeft verweerder op 28 augustus 2021 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht en de proceskosten, die door de rechtbank zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt verweerder op om alsnog een besluit bekend te maken.