ECLI:NL:RBZWB:2022:340
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 januari 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 17 mei 2021 tegen een besluit van 16 april 2021, dat betrekking heeft op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet noodzakelijk is in deze zaak.
De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, de betrokkene in beroep kan gaan. Voordat beroep kan worden ingesteld, moet de betrokkene het bestuursorgaan per brief in gebreke stellen, wat inhoudt dat er binnen twee weken alsnog een beslissing moet worden genomen. Indien er na deze termijn nog steeds geen besluit is, kan de betrokkene beroep instellen. De rechtbank wijst erop dat als de ingebrekestelling te vroeg wordt verzonden, het beroep niet-ontvankelijk kan zijn.
In deze zaak is de beslistermijn voor het bezwaar opgeschort en verdaagd, waardoor de einddatum voor de beslissing op het bezwaar op 18 november 2021 viel. Eiseres heeft verweerder op 13 oktober 2021 in gebreke gesteld, maar op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.