ECLI:NL:RBZWB:2022:3415
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor omgevingsvergunning bouw garage
Op 20 mei 2021 heeft verzoeker een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een garage met een hoogte van 5 meter. Aangezien er niet tijdig op deze aanvraag is beslist, is op 20 juli 2021 van rechtswege een omgevingsvergunning verleend. Verzoeker is eind juli 2021 begonnen met de bouw, maar na het storten van de fundering en het oprichten van de muren heeft een derde partij handhaving verzocht. De vergunning was echter nog niet gepubliceerd, wat pas op 2 november 2021 gebeurde. De ingangsdatum van de bezwaartermijn werd uiteindelijk vastgesteld op 10 november 2021. Op 5 november 2021 werd er mondeling een bouwstop opgelegd, die op 9 november schriftelijk werd bevestigd. De derde partij heeft op 24 november 2021 pro forma bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning, wat op 20 januari 2022 werd aangevuld. Verzoeker heeft op 27 mei 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar van de derde partij en verzocht om een voorlopige voorziening om de bouwstop in te trekken en de garage af te bouwen tot 3 meter hoogte.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek is beoordeeld, waarbij de voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker niet heeft aangetoond dat de door hem geleden schade zo groot is dat hij de uitspraak van de rechtbank niet kan afwachten. Bovendien is de werking van de van rechtswege verleende vergunning opgeschort totdat op het bezwaar is beslist. Dit betekent dat, zelfs als de bouwstop zou worden opgeheven, verzoeker niet kan doorgaan met bouwen zonder een besluit van het college. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en is er geen grond voor een proceskostenveroordeling.