ECLI:NL:RBZWB:2022:3662
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de ZW-uitkering van eiseres door het UWV na zwangerschap gerelateerde klachten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de besluiten van het UWV met betrekking tot de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Klootwijk, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het UWV die haar ZW-uitkering per 1 februari 2021 beëindigden, na een periode van arbeidsongeschiktheid door zwangerschap gerelateerde klachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV bij zijn besluiten van 22 januari 2021 terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet meer arbeidsongeschikt was als gevolg van deze klachten. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen hiermee instemden, en heeft het onderzoek gesloten op basis van de ingediende stukken.
De rechtbank concludeert dat de medische oordelen van de verzekeringsartsen van het UWV zorgvuldig zijn en dat eiseres in staat is haar eigen werk als orderpicker/in- en ompakker te verrichten. De rechtbank heeft de rapporten van de verzekeringsartsen en de arbeidsdeskundige in overweging genomen en is van oordeel dat er geen nieuwe gronden zijn aangevoerd die de eerdere besluiten van het UWV in twijfel trekken. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten gepresenteerd die de rechtbank zouden doen twijfelen aan de bevindingen van de verzekeringsartsen, die concludeerden dat er geen causaal verband meer was tussen de klachten van eiseres en haar zwangerschap.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 1 februari 2021 door het UWV terecht was. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 juli 2022.