4.1.Artikel 18 lid 1 van het Verdrag bepaalt, voor zover hier van belang, als volgt.
“1. Salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen, betaald door een verdragsluitende staat, deelstaat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van een verdragsluitende staat of deelstaat, aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten verleend aan die staat, deelstaat of dat staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, zijn slechts in die staat belastbaar. Deze salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen zijn echter slechts in de andere verdragsluitende staat belastbaar, indien de diensten in die staat worden verleend en de natuurlijke persoon een inwoner is van die staat die:
a. onderdaan is van die staat; ofb. niet uitsluitend voor het verlenen van de diensten inwoner van die staat werd.”
In de Memorie van Toelichting bij de goedkeuringswet van het Verdrag is onder meer het volgende opgenomen met betrekking tot het eerste lid van artikel 18
“Artikel 18 van het Verdrag regelt de toewijzing van het heffingsrecht over alle inkomsten die worden ontvangen door een natuurlijke persoon vanwege werkzaamheden die voor de overheid zijn verricht. Volgens het eerste lid mogen deze inkomsten worden belast in de Verdragsluitende Staat die deze beloningen betaalt (de zogenoemde kasstaat). Op deze regel bestaat een uitzondering die tevens in het eerste lid is opgenomen. De werkstaat heeft het heffingsrecht indien de werknemer inwoner is van de werkstaat en tevens de nationaliteit heeft van die Staat of niet alleen inwoner van die Staat is geworden om aldaar werk te verrichten voor de andere Staat.Deze uitzondering heeft als achtergrond lokale medewerkers van bijvoorbeeld een ambassade in hun woonland belastingplichtig te laten zijn.” (onderstreping Rb)
Artikel 18 van het Verdrag correspondeert met artikel 19 van het OESO-Modelverdrag. Artikel 19, eerste lid van het OESO-Modelverdrag bepaalt, voor zover hier van belang, als volgt.
“a) Salaries, wages and other similar remuneration paid by a Contracting State or a political subdivision or a local authority thereof to an individual in respect of services rendered to that State or subdivision or authority shall be taxable only in that State.
b) However, such salaries, wages and other similar remuneration shall be taxable only in the other Contracting State if the services are rendered in that State and the individual is a resident of that State who:
(i) is a national of that State; or
(ii) did not become a resident of that State solely for the purpose of rendering the services.”
In het commentaar op artikel 19 van het OESO-Modelverdrag staat met betrekking tot onderdeel b van het eerste lid het volgende opgenomen.
“4. An exception from the principle of giving exclusive taxing power to the paying State is contained in subparagraph b) of paragraph 1.It is to be seen against the background that, according to the Vienna Conventions mentioned above, the receiving State is allowed to tax remuneration paid to certain categories of personnel of foreign diplomatic missions and consular posts, who are permanent residents or nationals of that State.(…)”(onderstreping Rb)