6.2Dat wat onder punt 6.1 is overwogen is onverminderd van toepassing bij de beoordeling of eiser gedurende vier uur per dag belastbaar is. In aanvulling daarop merkt de rechtbank nog op dat er geen medische informatie is overgelegd waaruit opgemaakt zou kunnen worden dat eiser, met onderbrekingen, niet vier uur per dag belastbaar kan zijn. De rechtbank kan de verzekeringsarts b&b dan ook volgen in zijn motivering dat, mede gelet op de verrichte expertise en het dagverhaal, er geen reden bestaat om te oordelen dat eiser niet vier uur per dag belastbaar is.
Volgens het compendium Participatiewet moet de verzekeringsarts beoordelen of binnen de 24-uurscyclus een zodanige recuperatie mogelijk is dat eiser in totaal vier uur belastbaar is. Hoewel de verzekeringsarts b&b deze beoordeling niet expliciet heeft benoemd, volgt uit de rapportages wel dat de verzekeringsarts b&b heeft beoordeeld dat eiser vier uur per dag belastbaar is. Met het aannemen van een urenbeperking van vier uur per dag wordt immers al uitgesproken dat eiser op medische gronden daadwerkelijk vier uur per dag belastbaar is. Het niet exact benoemen van een pauzeduur maakt niet dat hier anders over gedacht moet worden. Zoals de verzekeringsarts b&b terecht opmerkt in zijn rapportage van 4 februari 2021 kunnen pauzes, net als bij ieder ander, wisselen per dag. Uit de stukken kan opgemaakt worden dat de pauzes die eiser daadwerkelijk in acht heeft genomen variëren van een kwartier tot drie kwartier Ook als uitgegaan zou worden van een pauze van één uur na ieder uur werken, is het mogelijk om in een tijdsbestek van acht uur, daadwerkelijk gedurende vier uur taken uit te voeren. Uit de stukken en dan met name ook het dagverhaal blijkt niet dat dit voor eiser niet mogelijk zou zijn.
Verzoek om een deskundige in te schakelen
7. Uit het voorgaande volgt dat geen aanleiding bestaat te twijfelen aan het medisch oordeel van de verzekeringsarts b&b. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om een deskundige om advies te vragen.
Kan eiser de taak scannen verrichten?
8. Een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b hebben in hun rapportages gemotiveerd aangegeven dat eiser in staat is de taak ‘scannen’ te verrichten. Het gaat hierbij om een eenvoudige administratieve taak die vooraf kan worden gestructureerd en ingepland. Het gaat om dagelijks terugkerende handelingen die nagenoeg vastliggen. Pas nadat een hoeveelheid is afgewerkt, wordt een nieuwe voorraad aangeleverd. De werkzaamheden vinden plaats in een rustige en stabiele werkomgeving waarbij er niet tot nauwelijks veranderingen plaats vinden.
De rechtbank is van oordeel dat met bovenstaande motivering voldoende is toegelicht dat de taak van ‘scannen’ past binnen de belastbaarheid van eiser. Daarbij is ook betrokken dat de arbeidsdeskundige b&b voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat eiser door de diverse taken die hij bij het zorgatelier verrichtte zijn belastbaarheid gedurende de tijd die hij daar heeft gewerkt, heeft overschreden. Het gevolg hiervan is dat eiser uiteindelijk alle werkzaamheden heeft moeten staken. Als rekening wordt gehouden met de belastbaarheid van eiser, en er dus geen bijkomende taken zijn, bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan zijn geschiktheid voor de taak ‘scannen’.
De taken die zijn opgenomen in het takenbestand vertegenwoordigen een economische waarde. Als uitgangspunt kan dan ook worden aangenomen dat taken die gedurende vier uur per dag verricht kunnen worden een economische waarde hebben. Er bestaat geen aanleiding om ten aanzien van de taak scannen van dit uitgangspunt af te wijken. Het enkele gegeven dat eiser na één uur werken een pauze moet inlassen is daarvoor onvoldoende.
Verzoek om schadevergoeding
9. Het is vaste rechtspraak dat als uitgangspunt geldt dat de bezwaar- en beroepsfase tezamen niet langer mogen duren dan twee jaar. Daarbij mag de behandeling van het bezwaar ten hoogste een half jaar en de behandeling van het beroep ten hoogste anderhalf jaar duren.
Het bezwaarschrift is op 7 mei 2019 ontvangen door het UWV. Dit betekent dat de termijn van twee jaar is verstreken op 7 mei 2021. De rechtbank doet uitspraak op 26 januari 2022. De redelijke termijn is dan met 9 maanden is overschreden. Eiser heeft recht op schadevergoeding van € 500,00 per overschrijding van een half jaar. Dit betekent dat eiser recht heeft op een schadevergoeding van € 1.000,00. De overschrijding van de redelijke termijn wordt volledig toegerekend aan de beroepsfase, omdat de bezwaarfase niet langer dan een half jaar heeft geduurd. De Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) dient daarom € 1.000,00 te betalen. De rechtbank merkt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in zoverre mede aan als partij in dit geding.
9. Gelet op het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek, zal het beroep gegrond worden verklaard. De rechtbank zal het bestreden besluit daarom vernietigen. Omdat het UWV het gebrek heeft hersteld en het besluit ook verder inhoudelijk de rechterlijke toets kan doorstaan, zal de rechtbank de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand laten.
Proceskosten en griffierecht
7. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiser te worden vergoed.
De rechtbank zal het UWV veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.277,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en twee maal 0,5 punt voor het indienen van een (aanvullende) schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus, met een waarde per punt van € 759,00 en wegingsfactor 1).