Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
Schatting BTW aangifte (…).’ De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur hiermee heeft doen blijken [3] dat het aan de grove schuld van belanghebbende is te wijten dat te weinig belasting is afgedragen. De omstandigheid dat belanghebbende nog voor de afronding van het boekenonderzoek een suppletieaangifte heeft ingediend, valt niet aan te merken als vrijwillige verbetering. Het boekenonderzoek was namelijk al vóór de ontvangst van de suppletieaangifte aangekondigd. De rechtbank acht gelet op de feiten en omstandigheden van het geval de boete van € 1.000 passend en geboden.
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de boetebeschikking en vermindert de vergrijpboete tot € 950.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;