ECLI:NL:RBZWB:2022:3966

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven wegens gebrek aan ernstig letsel

Op 20 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, naar aanleiding van een aangifte van zware mishandeling die zij op 22 maart 2020 had gedaan. De aanvraag werd door het Schadefonds op 20 april 2021 afgewezen, omdat eiseres geen lichamelijk letsel met langdurige of blijvende ernstige gevolgen had overgehouden aan de mishandeling. Eiseres ging in beroep tegen deze afwijzing, maar het Schadefonds verklaarde het bezwaar ongegrond in een bestreden besluit op 16 juni 2021.

Tijdens de zitting op 24 juni 2022 zijn beide partijen niet verschenen. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om haar betalingsonmacht te onderbouwen, maar zij heeft geen reactie gegeven. Uiteindelijk heeft eiseres het griffierecht voldaan. De rechtbank heeft vervolgens de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.

De rechtbank concludeert dat het Schadefonds terecht heeft gesteld dat er geen sprake is van ernstig lichamelijk of psychisch letsel, zoals vereist volgens de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Eiseres had in haar aanvraag lichamelijk letsel beschreven, maar de rechtbank oordeelde dat dit letsel niet voldeed aan de criteria voor een uitkering. Ook het psychisch letsel dat eiseres aanvoerde, werd niet als ernstig genoeg beschouwd, omdat er geen medische informatie was die dit kon onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/3018 WSG

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres

gemachtigde: mr. P.J. Stronks,
en

de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (het Schadefonds), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 20 april 2021 (primair besluit) heeft het Schadefonds de aanvraag van eiseres om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen.
In het besluit van 16 juni 2021 (bestreden besluit) heeft het Schadefonds het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het Schadefonds heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen zijn uitgenodigd voor de bespreking van het beroep op de zitting van de rechtbank op 24 juni 2022. Partijen zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

Beroep betalingsonmacht griffierecht
1. Eiseres heeft aangegeven dat zij niet in staat is het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om inzicht te geven in haar vermogens- en inkomenspositie om te onderbouwen dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank heeft geen reactie van eiseres ontvangen. De griffier van de rechtbank heeft het beroep van eiseres op betalingsonmacht afgewezen. Eiseres heeft vervolgens het griffierecht voldaan. De rechtbank ziet geen reden om anders te beslissen.
Feiten
2. Op zondag 22 maart 2020 heeft eiseres bij de politie aangifte gedaan van zware mishandeling. Eiseres verklaarde dat zij op 21 maart 2020 omstreeks 16:30 uur, in het huis van haar voormalige schoonouders waar zij op dat moment met haar zoontje woonde, van haar ex-partner een kopstoot heeft gekregen met een bloedneus tot gevolg en tevens is geslagen en in een wurggreep is genomen (hierna: de mishandeling). Tevens verklaarde eiseres dat sprake was van een ongezonde relatie, waarbinnen zij meerdere malen is gechanteerd en gemanipuleerd, en dat zij ongeveer drie jaar eerder ook aangifte heeft gedaan van mishandeling door haar ex-partner.
Eiseres heeft op 1 december 2020 een aanvraag ingediend bij het Schadefonds voor een uitkering vanuit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, vanwege lichamelijk en psychisch letsel als gevolg van de mishandeling. Het proces-verbaal van de aangifte met foto’s is bijgevoegd.
Bij aanvullend e-mailbericht van 6 april 2021 heeft eiseres aan het Schadefonds aangegeven dat zij veelvuldig door haar ex-partner met woorden is bedreigd en dat zij ook in 2017 fysiek is mishandeld. Zij is aangemeld bij GGz Breburg voor hulp en behandeling bij de verwerking van hetgeen haar is overkomen en de daaruit voortvloeiende problemen als angst en stress.
Bij het primaire besluit heeft het Schadefonds de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat zij geen lichamelijk letsel met langdurige of blijvende ernstige medische gevolgen en/of ernstig psychisch letsel heeft overgehouden aan de mishandeling.
Bij het bestreden besluit heeft het Schadefonds het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Standpunt eiseres
3. Eiseres voert in beroep aan dat haar letsel als ernstig dient te worden aangemerkt. Het bestreden besluit is genomen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en kan volgens eiseres daarom niet in stand blijven.
Standpunt Schadefonds
4. Volgens het Schadefonds is de aanvraag terecht afgewezen. Eiseres heeft slechts verwezen naar haar bezwaargronden, zonder aan te voeren waarom het bestreden besluit onjuist zou zijn.
Wettelijk kader
5. Het wettelijk kader is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Beoordeling rechtbank
6. Uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven kunnen uitkeringen worden gedaan aan eenieder die als gevolg van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. [1]
De rechtbank stelt voorop dat het toekennen van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven een discretionaire bevoegdheid van het Schadefonds betreft, waardoor deze bevoegdheid door de rechtbank terughoudend moet worden getoetst. Het toepasselijke beleid voor toekenning van een uitkering is uitgewerkt in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven van 1 juli 2019 (hierna: de Beleidsbundel) en de Letsellijst van 1 juli 2019. Of sprake is van ernstig lichamelijk en/of geestelijk letsel wordt volgens dit beleid bepaald aan de hand van de aard en de gevolgen van het letsel. Er moet sprake zijn van langdurige of blijvende ernstige gevolgen. [2] Valt het letsel in de letsellijst onder letselcategorie 0, dan betekent dit dat het Schadefonds het bijbehorende letsel niet als voldoende ernstig aanmerkt om voor een uitkering in aanmerking te komen.
Eiseres beschrijft in haar aanvraag het volgende lichamelijk letsel: hoofdpijn, bloedneus, duizeligheid en pijn in nek, hals, gezicht en aan het gebit. De rechtbank is met het Schadefonds van oordeel dat dit lichamelijk letsel past binnen de omschrijving van letselcategorie 0: Fysiek letsel waarbij volledig herstel optreedt, zonder verdere medische gevolgen, met geen of zeer geringe beperkingen en/of afhankelijkheid, die maximaal zes weken duurt.
Eiseres stelt dat daarnaast sprake is van psychisch letsel: angst bij verlaten en binnengaan van een woning en in gesprekken met mannen, en de neiging zichzelf terug te trekken.
Het Schadefonds kan in sommige gevallen ernstig psychisch letsel vooronderstellen, bijvoorbeeld bij stelselmatig huiselijk geweld. In dit geval is het proces-verbaal van aangifte op zichzelf onvoldoende voor het oordeel dat sprake is van stelselmatig geweld. Het dossier bevat echter daarnaast geen objectieve aanwijzingen om de verklaring van eiseres te ondersteunen. Het Schadefonds heeft zich daarom naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt kunnen stellen dat er geen ernstig psychisch letsel bij eiseres kan worden voorondersteld.
In alle overige gevallen van psychisch letsel heeft het Schadefonds medische informatie van een deskundige hulpverlener nodig, bestaande uit een gestelde diagnose en behandeling. Het enkele overleggen van een verwijzing naar de GGz is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van ernstig psychisch letsel als gevolg van de mishandeling.
Conclusie
7. Uit het voorgaande volgt dat het Schadefonds zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van ernstig lichamelijk en/of psychisch letsel als bedoeld in artikel 3 van de Wsg. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 20 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage – wettelijk kader

Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg)
Artikel 2 van de Wsg
Er is een Schadefonds Geweldsmisdrijven waaruit uitkeringen kunnen worden gedaan als bij of krachtens deze wet bepaald.
Artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wsg (voor zover van belang)
Uitkering kan worden gedaan aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen;
Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven, versie 1 juli 2019 (de Beleidsbundel)
1.2
Ernstig fysiek of psychisch letsel
Om voor een uitkering in aanmerking te komen, moet het geweldsmisdrijf ernstig fysiek of psychisch letsel hebben veroorzaakt (artikel 3 van de Wet). De ernst van het letsel wordt bepaald aan de hand van de aard en de gevolgen van het letsel. Het Schadefonds vindt letsel ernstig als het langdurige of blijvende ernstige medische gevolgen heeft.
1.2.2
Letsellijst
Het Schadefonds heeft een letsellijst ontwikkeld om het opgelopen letsel in een letselcategorie in te kunnen delen. Deze letsellijst is te raadplegen op www.schadefonds.nl. De lijst geeft richtlijnen welk fysiek en psychisch letsel volgens het Schadefonds als voldoende ernstig kan worden aangemerkt in de zin van de Wet om een uitkering te rechtvaardigen.
1.2.3
Vooronderstellen van ernstig letsel
Bij verschillende geweldsmisdrijven kan het Schadefonds zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel vooronderstellen. Dit doet het dan op basis van de toedracht van het geweldsmisdrijf. Het gaat om geweldsmisdrijven, die op zichzelf zo ernstig zijn, dat ze vrijwel altijd een grote impact zullen hebben op het slachtoffer.
Stelselmatig huiselijk geweld
Als in de relationele sfeer frequent en langdurig fysiek geweld is gebruikt of met geweld is gedreigd, merkt het Schadefonds dit aan als stelselmatig huiselijk geweld. Bij stelselmatig huiselijk geweld wordt ernstig psychisch letsel altijd voorondersteld.
Als het huiselijk geweld niet stelselmatig is, wordt ernstig psychisch letsel niet voorondersteld. Toch kan dit wel een geweldsmisdrijf opleveren. In dat geval onderzoekt het Schadefonds of door het geweld ernstig letsel is opgelopen.
Letsellijst, versie 1 juli 2019
1. Fysiek letsel
1A. Algemene uitgangspunten voor indeling fysiek letsel in letselcategorieën
De uitgangspunten kunnen niet zelfstandig worden gelezen, maar alleen in samenhang met de verdere invulling in deel 1B van de letsellijst.
Letselcategorie 0 betekent dat het Schadefonds het bijbehorende letsel niet als voldoende ernstig aanmerkt om voor een uitkering in aanmerking te komen.
Letselcategorie 0
- Fysiek letsel waarbij volledig herstel optreedt, zonder verdere medische gevolgen, met geen of zeer geringe beperkingen en/of afhankelijkheid, die maximaal zes weken duurt.
1B. Lijst met fysieke letsels en bijbehorende letselcategorieën
De lijst hieronder is een invulling van de algemene uitgangspunten uit deel 1A van de letsellijst. In deze lijst is het fysieke letsel naar lichaamsdeel ingedeeld. Letselcategorie 0 betekent dat het Schadefonds het bijbehorende letsel niet als voldoende ernstig aanmerkt om voor een uitkering in aanmerking te komen.
Hoofd/hersenschedel
0 Bloeduitstortingen en kneuzingen.
0 Hoofdhuidverwondingen zonder blijvende afwijkingen en/of met goed genezen littekens.
Aangezichtsschedel
0 Bloeduitstortingen en kneuzingen.
Hals, wervelkolom en rug
0 Bloeduitstortingen, verrekking van spieren en kneuzingen.
2. Psychisch letsel
2A. Vooronderstellen van ernstig psychisch letsel op basis van het geweldsmisdrijf
De lijst hieronder geeft een indicatie bij welke geweldsmisdrijven het Schadefonds zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel kan vooronderstellen en welke letselcategorie daarbij past. Of ernstig psychisch letsel wordt voorondersteld en welke letselcategorie hierbij past, bepaalt het Schadefonds op basis van de omstandigheden van het geval.
Letselcategorie 2
Huiselijk geweld, waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld of bedreigingen met geweld (hierna: stelselmatig huiselijk geweld).
2B. Beoordeling van psychisch letsel op basis van medische informatie
Voor de beoordeling van psychisch letsel in alle overige gevallen heeft het Schadefonds medische informatie nodig. Het is dan belangrijk dat er een diagnose is gesteld door een hulpverlener.
Toelichting bij de uitgangspunten (voor zover van belang):
- Psychische klachten (bijvoorbeeld boosheid, verdriet, angst) beschouwt het Schadefonds als een normale menselijke reactie op een trauma. Psychische klachten worden daarom op zichzelf niet als ernstig letsel aangemerkt.
- Bij het aantal sessies wordt uitgegaan van het daadwerkelijk aantal gevolgde behandelingen, ook na onderbreking van de behandeling, inclusief de gesprekken die voor de intake zijn gevoerd.
- Onder ‘behandeling’ wordt verstaan: de (evidence based) behandeling, nadat een diagnose is gesteld, door of onder verantwoordelijkheid van een hulpverlener die een BIG-registratie, NIP-dienstmerk met BAPD of NVO-registratie met BAD heeft voor het stellen van diagnoses ten aanzien van psychisch letsel.

Voetnoten

1.Artikel 2 en 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg)
2.Artikel 1.2 van de Beleidsbundel.