ECLI:NL:RBZWB:2022:4277
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een bedrijfsruimte tot appartementen met betrekking tot privaatrechtelijke belemmeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 augustus 2022, wordt het beroep van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning voor de verbouwing van een bedrijfsruimte met bijbehorende bedrijfswoning tot zes appartementen beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg, dat op 18 mei 2021 de omgevingsvergunning heeft verleend. Eiser stelt dat de vergunning in strijd is met artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek, omdat het bouwplan zich binnen twee meter van de erfgrens bevindt en er een inbreuk op zijn privacy zou zijn door het zicht vanaf het dakterras en balkon op zijn tuin.
De rechtbank heeft het beroep op 21 juni 2022 behandeld, waarbij de gemachtigden van eiser, het college en de vergunninghoudster aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering is voor de uitvoering van het bouwplan. De rechtbank wijst erop dat er een verschil bestaat tussen rechtstreeks uitzicht en schuin of zijdelings zicht, en dat het zijdelings zicht op de tuin van eiser niet voldoende is om de vergunning te weigeren. Bovendien heeft de vergunninghoudster aangeboden een ondoorzichtig scherm te plaatsen om het zicht te beperken.
De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen en verklaart het beroep van eiser ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.