Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] ,
[moeder] ,
[pleegmoeder] ,
Het procesverloop
- een vertegenwoordiger van de GI.
- de moeder.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 juli 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De moeder van [minderjarige] verblijft niet in Nederland en heeft al geruime tijd geen contact met de gecertificeerde instelling (GI) en de pleegmoeder. [minderjarige] is meer dan een jaar ondergebracht bij de pleegmoeder, die een veilige en liefdevolle opvoedomgeving biedt. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, in afwachting van de onderzoeksresultaten van de Raad voor de Kinderbescherming over een gezagsbeëindigende maatregel. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de opvoedsituatie bij de moeder, waaronder huiselijk geweld en alcoholmisbruik, en dat [minderjarige] behoefte heeft aan stabiliteit en continuïteit in haar opvoeding. De kinderrechter heeft beide verzoeken toegewezen en de beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de noodzakelijke zorg voor [minderjarige] kan worden gewaarborgd. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 11 augustus 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing is eveneens verlengd tot dezelfde datum.