Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1930 te [geboorteplaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel en inbewaringstelling voor een cliënt met een psychogeriatrische aandoening. De officier van justitie had op 22 juni 2022 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 21 juni 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1930, lijdt aan een gevorderd dementieel beeld, type Alzheimer, en dat er sprake is van oriëntatie- en geheugenproblemen, alsook gedragsstoornissen. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 2022 was de betrokkene niet in staat om zich te laten horen, en de rechtbank heeft vastgesteld dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestond, zowel voor de betrokkene zelf als voor anderen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstige nadeel af te wenden. Dit omvat het toedienen van vocht, voeding en medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het uitoefenen van toezicht op de betrokkene. De rechtbank heeft ook de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verleend, ondanks dat de wet niet expliciet voorziet in een dergelijke combinatie van maatregelen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de machtiging geldt tot en met 15 juli 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.