In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 juni 2022 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam], die geboren is op [geboortedatum] 2020. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 20 mei 2022 een verzoek ingediend voor een ondertoezichtstelling van [voornaam] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, kampt met persoonlijke problematiek en dat er al langere tijd geen contact is tussen [voornaam] en de vader. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder niet is verschenen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende is gebleken en dat er een ernstige bedreiging is voor de ontwikkeling van [voornaam]. De moeder is bezig met traumatherapie, maar het is onduidelijk in hoeverre zij beschikbaar kan blijven voor [voornaam]. De vader heeft aangegeven dat hij zich zorgen maakt over de opvoedsituatie en dat er structureel contact met [voornaam] moet komen. De kinderrechter heeft de noodzaak van een ondertoezichtstelling onderstreept, zodat de jeugdzorgwerker kan toezien op de hulpverlening en de communicatie tussen de ouders kan verbeteren.
De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ondertoezichtstelling per direct kan ingaan. De kinderrechter heeft ook een compliment gegeven aan de gecertificeerde instelling (GI) voor het beschikbaar stellen van een jeugdzorgwerker, ondanks de wachtlijstproblematiek. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2022 door mr. Toekoen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Busselaar, als griffier.