ECLI:NL:RBZWB:2022:4406
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. van Dooren
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding en griffierecht na intrekking beroep inzake inkomstenbelasting 2013
Op 2 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2013, die door de inspecteur op 9 maart 2016 aan de belanghebbende is opgelegd. Na afwijzing van het bezwaar door de inspecteur op 8 februari 2019, heeft de belanghebbende beroep ingesteld. Op 28 juni 2022 heeft de belanghebbende het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten en griffierecht, omdat hij een aanvraag had gedaan voor een tegemoetkoming op grond van de Regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Rijnvarenden.
De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek. De inspecteur heeft op 19 juli 2022 aangegeven dat er geen sprake is van een gegrond beroep, omdat de belanghebbende door de intrekking van het beroep berust in het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel. De rechtbank heeft vervolgens op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenvergoeding en griffierecht.
De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om de inspecteur te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, omdat het beroep is ingetrokken zonder dat de inspecteur aan de belanghebbende tegemoet is gekomen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding en griffierecht af, omdat de beoordeling van de tegemoetkoming op grond van de Regeling een andere procedure betreft. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de partijen.