ECLI:NL:RBZWB:2022:4421
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. De eiser had op 8 februari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op deze aanvraag, aangezien de wettelijke termijn van zes maanden op 8 augustus 2021 was verstreken. Eiser had de Belastingdienst op 8 februari 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en droeg de Belastingdienst op om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens werd er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser kreeg ook een vergoeding voor het betaalde griffierecht van € 50,- en voor de proceskosten, die werden vastgesteld op € 379,50. De rechtbank benadrukte dat de zaak als licht werd aangemerkt, gezien de jurisprudentie over geschillen met betrekking tot het uitblijven van een besluit.