Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaatsnaam 1] , eiser
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
‘Er ligt niets van hem. U zegt mij hij al zijn spullen heeft meegenomen. Ik weet niet wanneer hij weer terugkomt’, waarop [naam man 1] antwoordt met ‘ja’. Deze enkele reactie valt bovendien naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer te kwalificeren als een bevestiging dat eiser niet woonachtig was op het adres [adres] 17 te [plaatsnaam 1] . Naar het oordeel van de rechtbank is het onderzoek gebrekkig geweest. De controleurs hebben verzuimd aan [naam man 1] open vragen te stellen (bijvoorbeeld wie is er woonachtig op het adres [adres] 17 in [plaatsnaam 1] ) en er zijn vervolgens ook geen op de persoon van eiser toegespitste vragen gesteld zoals of eiser huur betaalde en zo ja hoeveel, wanneer en waarom eiser was vertrokken en of elders in de woning (bijvoorbeeld in de badkamer) spullen van eiser aanwezig waren. Aan de app-conversatie met [naam man 1] kan niet die waarde worden gehecht die DUO daaraan gehecht wenst te zien.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept primaire besluiten I, II en III en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt DUO op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt DUO in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.