ECLI:NL:RBZWB:2022:4723
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving tegen bouwwerk zonder omgevingsvergunning op perceel met geschil over functionele verbondenheid
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de weigering van het college om handhavend op te treden tegen een bouwwerk dat zonder omgevingsvergunning was opgericht op het perceel aan de [straat] 6 te [plaats]. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail besproken, waarbij het primaire besluit van 11 februari 2021 en het bestreden besluit van 23 juni 2021 aan de orde kwamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 26 oktober 2020 een handhavingsverzoek had ingediend, waarna het college het verzoek had afgewezen. De rechtbank heeft de vraag behandeld of het college op goede gronden had geweigerd om handhavend op te treden tegen het bouwwerk. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van een bijbehorend bouwwerk in de zin van de wet, omdat het bouwwerk functioneel verbonden was met het hoofdgebouw op het perceel van de eigenaar van [straat] 4. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eiser over strijd met het bestemmingsplan en het gelijkheidsbeginsel besproken, maar heeft deze ongegrond verklaard. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling.