ECLI:NL:RBZWB:2022:4774

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 augustus 2022
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
AWB- 21_4190
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsuitkering en griffierecht

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser zonder vaste woon- of verblijfplaats en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. De eiser heeft op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 18 augustus 2021, die betrekking had op de herziening van zijn bijstandsuitkering vanaf juli 2020, de beëindiging van de bijstandsuitkering per 14 september 2020 en de terugvordering van € 115,37 aan verstrekte bijstand.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de eiser niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 49,- heeft betaald. De griffier had de eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, wat op 30 oktober 2021 is gebeurd. Echter, de eiser had ook een ander beroep ingesteld onder zaaknummer 21/4186, waarvoor het griffierecht al was voldaan. Hierdoor was het griffierecht voor de onderhavige zaak niet meer betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4190

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 augustus 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , zonder vaste woon- of verblijfplaats, eisers

(gemachtigde: mr. T. der Bedrosian),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 18 augustus 2021 (het bestreden besluit) inzake de herziening van hun bijstandsuitkering vanaf juli 2020, de beëindiging van hun bijstandsuitkering met ingang van 14 september 2020 en de terugvordering van aan hen verstrekte bijstand tot een bedrag van € 115,37.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eisers in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen, waarna eisers het griffierecht op 30 oktober 2021 tijdig hebben betaald.
Eisers hadden naast dit beroep echter nog een ander beroep ingesteld, bekend onder zaaknummer 21/4186. Eisers waren in de veronderstelling het griffierecht in die procedure voldaan te hebben. Omdat er maar eenmaal een bedrag van € 49,- aan griffierecht was voldaan heeft de rechtbank het beroep met zaaknummer 21/4186 niet-ontvankelijk verklaard. Eisers hebben daartegen verzet ingesteld. De verzetrechter heeft op 7 juli 2022 uitspraak gedaan en geoordeeld dat het betaalde griffierecht in dit beroep wordt overgeboekt naar het beroep met zaaknummer 21/4186.
Het vorenstaande heeft tot gevolg dat het griffierecht in deze zaak niet (meer) betaald is.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 15 augustus 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.