ECLI:NL:RBZWB:2022:4774
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsuitkering en griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser zonder vaste woon- of verblijfplaats en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. De eiser heeft op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 18 augustus 2021, die betrekking had op de herziening van zijn bijstandsuitkering vanaf juli 2020, de beëindiging van de bijstandsuitkering per 14 september 2020 en de terugvordering van € 115,37 aan verstrekte bijstand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de eiser niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 49,- heeft betaald. De griffier had de eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, wat op 30 oktober 2021 is gebeurd. Echter, de eiser had ook een ander beroep ingesteld onder zaaknummer 21/4186, waarvoor het griffierecht al was voldaan. Hierdoor was het griffierecht voor de onderhavige zaak niet meer betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is verzonden aan de betrokken partijen.