In deze civiele zaak heeft de vennootschap onder firma De Buitenhorst V.O.F. (hierna: "De Buitenhorst") een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap JaLipe B.V. (hierna: "JaLipe") wegens een vermeende tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst tot bemiddeling voor het afsluiten van een voordeliger energiecontract. De overeenkomst werd op 5 februari 2018 gesloten en hield in dat JaLipe zou bemiddelen voor een energiecontract met een gegarandeerde besparing van minimaal 8%. De Buitenhorst vorderde een schadevergoeding van € 1.932,17, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde dat JaLipe tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
JaLipe verweerde zich door te stellen dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was gesloten en dat De Buitenhorst haar schade had kunnen beperken door alternatieve voorstellen te accepteren. De kantonrechter oordeelde dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen en dat JaLipe toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming daarvan. De kantonrechter concludeerde dat De Buitenhorst recht had op schadevergoeding, maar dat deze moest worden beperkt tot € 1.250,- vanwege de schadebeperkingsplicht.
De kantonrechter heeft JaLipe veroordeeld tot betaling van € 1.437,50 aan De Buitenhorst, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft JaLipe ook veroordeeld in de proceskosten van De Buitenhorst, die op € 971,67 zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 4 mei 2022 door mr. M. Tilman-Knoester.