Uitspraak
1.Het verloop van het geding
3.De beoordeling
- Tussen [gedaagde] en Flexenergie B.V. (verder te noemen “Flexenergie”) is in april 2018 een overeenkomst gesloten, op basis waarvan Flexenergie tegen betaling energie leverde aan [gedaagde] .
- In de overeenkomst staat vermeld:
- Flexenergie is op 22 oktober 2018 in staat van faillissement verklaard. De curator van Flexenergie en Innova hebben op 23 oktober 2018 overeenstemming bereikt, op basis waarvan vorderingen van Flexenergie op debiteuren zijn overgedragen aan Innova.
- Innova heeft vervolgens alle klanten van Flexenergie een aanbod voor de levering van energie gestuurd. Degenen die niet wilden ingaan op het aanbod, hadden na de zogenaamde vensterperiode een opzegtermijn van 30 dagen, waarna ze konden overstappen naar een andere leverancier.
- Flexenergie, dan wel Innova, heeft over de periode van 2 juni 2018 tot 1 november 2018 aan [gedaagde] gas en elektriciteit geleverd.
- [gedaagde] heeft een factuur van Flexenergie ontvangen ter hoogte van € 212,80 (inclusief btw) met factuurdatum 21 september 2018. Deze rekening heeft als titel “Termijnnota Oktober 2018”. [gedaagde] heeft ook een eindfactuur van Flexenergie ontvangen, gedateerd op 15 november 2018, ter hoogte van -/- € 138,09.
.