Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Mijzo is een zorginstelling met 26 verschillende zorglocaties in Midden- en West-Brabant, die per 1 januari 2021 is ontstaan na een fusie van drie zorginstellingen: De Rietkorst Stromenland, Volckaert en Schakelring.
- [eiseres] is in 2020 als uitzendkracht, in dienst bij PuurZorg Uitzend B.V., werkzaam geweest bij (een rechtsvoorganger van) Mijzo en in 2021 bij zowel Mijzo als bij Thebe.
- Op 1 oktober 2020 is de ministeriele regeling Subsidieregeling bonus
- Er kon op basis van de Subsidieregeling een zorgbonus worden aangevraagd voor 2020 ter hoogte van € 1.000,- netto. De Subsidieregeling is in 2021 gewijzigd (Staatscourant 2021, 29865), met uitbreiding van de regeling naar de bonus voor 2021. De hoogte van de bonus voor 2021 is (uiteindelijk) vastgesteld op € 384,71 netto.
- Het aanvragen en uitkeren van de zorgbonus op grond van de Subsidieregeling is door de overheid in artikel 5 van de Subsidieregeling belegd bij de zorginstellingen van Nederland, die op 1 september 2020 in het handelsregister stonden ingeschreven met een SBl-code zoals in bijlage 1 van de Subsidieregeling is opgenomen.
- Mijzo is een zorgaanbieder zoals bedoeld in de Subsidieregeling.
- Ter ondersteuning van de zorginstellingen bij het aanvraag- en uitbetalingsproces van de zorgbonus is als begeleidend document bij de Subsidieregeling een handreiking (voor 2020 en nogmaals een voor 2021) opgesteld waarin de nadere voorwaarden van de Subsidieregeling zijn uitgewerkt.
- Het zorgpersoneel kan volgens de Subsidieregeling en/of handreiking voor de zorgbonus in aanmerking komen als (verder te noemen “de basiscriteria”):
- Tussen 1 maart 2020 en 1 september 2020 werkzaamheden zijn verricht voor patiënten met Covid-19 of werkzaamheden die hebben bijgedragen in de voorkoming van Covid-19 besmettingen inzake de zorgbonus van 2020;
- Tussen 1 oktober 2020 tot 15 juni 2021 werkzaamheden heeft verricht en heeft bijgedragen in de Covid-19 uitbraak van 2021 inzake de zorgbonus van 2021;
- De werkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van een arbeidsovereenkomst, uitzendovereenkomst of overeenkomst van opdracht;
- Het jaarsalaris van de werknemer niet meer bedraagt dan € 73.000,- bruto voor 2020 en € 74.000,- voor 2021.
- Minister van Ark (verder te noemen Van Ark) heeft op 7 mei 2021 ter beantwoording van Kamervragen een brief gestuurd naar de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In deze brief staat onder andere:
- Aanvragen voor de zorgbonus voor 2020 konden uiterlijk worden ingediend op 10 november 2020 (zie productie van de 3 dagvaarding) en voor de zorgbonus voor 2021 uiterlijk op 27 juli 2021 (zie handleiding 2021, onder 7).
- [eiseres] heeft op 3 november 2020 aan Mijzo gevraagd om de zorgbonus 2020 voor haar aan te vragen.
- Mijzo heeft hier op 9 november 2020 afwijzend op gereageerd.
- De werkgever van [eiseres] (PuurZorg) heeft op of omstreeks 15 juni 2021 namens [eiseres] aan Mijzo verzocht om de zorgbonus 2021 voor Mijzo aan te vragen. In de mail van PuurZorg van 15 juni 2021 (productie 6 bij dagvaarding), die [eiseres] heeft gekregen, is – samengevat – geschreven dat zij het van groot belang vindt, dat de bonus voor 2021 op de juiste plaats terecht komt en PuurZorg daarom daar waar mogelijk graag voorziet in de juiste informatie aan de zorginstellingen. Zij geeft aan die week een brief te sturen naar de zorginstellingen met een lijst met de zorgmedewerkers die voldoen aan de basiscriteria. PuurZorg zal de zorgmedewerkers zetten op de lijst van de zorginstelling, waar de medewerker heeft meest heeft gewerkt. Dit ter voorkoming van dubbele aanvragen.
- Vanuit PuurZorg is op 2 juli 2021 aan [eiseres] doorgegeven dat zij op de lijst stond bij Mijzo, maar dat Mijzo besloten heeft om de zorgbonus niet voor haar aan te vragen omdat het een grote administratieve last is voor hen om de zorgbonus aan te vragen voor externe zorgmedewerkers. PuurZorg geeft in dit bericht tevens aan dat zij dit een teleurstellend bericht vindt, dit heeft gemeld aan Mijzo en gevraagd heeft deze keuze te herzien, maar dat dit helaas de keuze van Mijzo niet heeft veranderd.
- Mijzo heeft voor de uitzendkrachten en derden, die voor haar in de coronaperioden in 2020 en 2021 hebben gewerkt, de zorgbonussen niet aangevraagd. Voor het personeel dat gedurende die perioden bij haar in loondienst was, heeft zij dit wel voor zowel 2020 als voor 2021 gedaan.
- het aanvragen van de zorgbonussen voor uitzendkrachten zou gepaard gaan met een buitenproportioneel grote administratieve inspanning aan de zijde van Mijzo; in 2020 deed Mijzo zaken met zo’n 25-30 verschillende uitzend- en bemiddelingsbureaus en zijn er door die verschillende uitzend- en bemiddelingsbureaus bijna 600 externe krachten en 80 zzp’ers ingezet en voor 2021 was dit een vergelijkbaar aantal externe krachten;
- deze administratieve inspanning zou geleverd moeten worden in een periode waarin dit voor Mijzo onmogelijk was vanwege de immense werkdruk die er, eveneens vanwege de gevolgen van COVID-19, was ontstaan op de afdeling Human Resources en Financiële administratie van Mijzo, waar nog bovenop komt dat alle staf- en ondersteunende diensten in de betreffende periode volop ingezet worden in de zorg, omdat de zorglocaties te kampen hadden met zo veel zieke medewerkers en medewerkers die vanwege quarantaineverplichting afwezig waren, wat heeft gezorgd voor een sterke onderbezetting op de afdelingen Human Resources en Financiële administratie;
- terwijl in het licht van de privacywetging op grond van de AVG het aanvragen en uitbetalen van de zorgbonus, naar de kantonrechter begrijpt, aan de uitzendkrachten en derden die werkzaamheden hebben verricht voor Mijzo, bijvoorbeeld door de aanvraag van de zorgbonus te koppelen aan een BSN-nummer en door het ontbreken van de voor eventuele uitbetaling benodigde bankgegevens, niet viel te regelen.
kantoekennen en door Van Ark is dit in haar brief van 7 mei 2021 als volgt verwoord: “Van een opeisbaar recht op de bonus, indien aan de voorwaarden uit de bonusregeling werd voldaan, is geen sprake”.
3.4.14. De kantonrechter wijst eveneens een bedrag toe aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het verweer van Mijzo dat [eiseres] geen vermogensschade lijdt omdat zij voor rechtsbijstand is verzekerd, slaagt niet. Er is immers door [eiseres] voldoende onderbouwd gesteld dat de rechtsbijstandsverzekeraar conform haar polis de buitengerechtelijke kosten niet vergoedt. De kantonrechter zal in dit geval een (gematigd) bedrag van € 57,71 toewijzen, gelet op de toewijsbare hoofdsom.
4.De beslissing
- € 384,71 (netto), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 december 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
- € 57,71 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;