In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 augustus 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009. De minderjarige, die na een eerdere terugplaatsing in de thuissituatie nu in een gezinshuis verblijft, heeft behoefte aan stabiliteit en begeleiding. De moeder van de minderjarige heeft te maken met persoonlijke problemen en wordt aangespoord om een betrouwbare factor te zijn in het leven van haar kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder moet meewerken aan de ingezette behandeling en begeleiding, en dat zij gedurende een jaar niet van mening mag veranderen over het perspectief van de minderjarige. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling (GI) om verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen, met de nadruk op de noodzaak van een veilige en stabiele omgeving voor de minderjarige. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de maatregelen onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.