Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/1170
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [woonplaats] (België), belanghebbende
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur
1.Inleiding
1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2019 (hierna: de aanslag).
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 18 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en zijn echtgenote, [echtgenote] , en namens de inspecteur [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .
2.Beoordeling door de rechtbank
2.1.
Ter zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen in dier voege dat het verzamelinkomen nader wordt vastgesteld op € 11.672 conform de door de inspecteur ter zitting overgelegde stukken. De aanslag en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente worden daarom dienovereenkomstig verminderd.
2.2.
De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard geen aanspraak te willen maken op een vergoeding van de gemaakte reiskosten.
2.3.
Ter zitting is ook de aanslag inkomstenbelasting 2020 besproken waar belanghebbende ook beroep tegen heeft ingesteld (bij de rechtbank bekend onder zaaknummer 22/1110). De inspecteur heeft toegezegd deze aanslag ambtshalve te verminderen en belanghebbende hierover binnen maximaal vier weken te berichten.
3.Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2019 tot een naar een verzamelinkomen van € 11.672;
- vermindert de in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 49,- aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, in aanwezigheid van mr. R.J.M. de Fouw, griffier, op 1 september 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.