ECLI:NL:RBZWB:2022:5267
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op Wob-aanvragen door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 8 september 2022, zijn de beroepen van eiseres, een B.V. uit [vestigingsplaats], gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport niet tijdig had beslist op haar aanvragen van 23 maart 2022, zoals vereist door de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank oordeelde dat de beslistermijnen voor de Wob-verzoeken waren overschreden. Eiseres had de minister op 31 mei 2022 in gebreke gesteld, waarna de minister op 7 juni 2022 een overleg had met eiseres om de verzoeken te preciseren. De rechtbank stelde vast dat de minister nog geen besluit had genomen en droeg hem op dit alsnog te doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook het betaalde griffierecht van € 365,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 379,50. De rechtbank benadrukte dat de Wet open overheid (Woo) op 1 mei 2022 in werking is getreden, waardoor de Wob werd ingetrokken, en dat besluiten op vóór deze datum ingediende Wob-verzoeken met inachtneming van de Woo moeten worden genomen.