Uitspraak
.Namens de man is bezwaar gemaakt tegen de late toezending van deze stukken.
.
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
éndaarnaast verdeling van de alsdan resterende verkoopopbrengst bij helfte òf de man neemt de terugbetaling van het geleende bedrag van € 66.000,= geheel voor zijn rekening met alsdan een verdeling van de resterende verkoopopbrengst in de eigendomsverhouding van 2/5 – 3/5.
éndaarnaast in de leveringsakte voor de woning een eigendomsverhouding van 2/5 – 3/5 is afgesproken. Niet gebleken is – naast de inbreng van geld van de zijde van de ouders van de man – van enige andere reden waarom bij levering van de woning afgeweken zou moeten worden van een eigendomsverhouding bij helfte. Partijen zijn het er verder over eens dat het niet goed is gegaan bij het op dezelfde datum (14 mei 2007) opmaken van zowel de notariële akte waarbij de woning aan partijen is geleverd, als de overeenkomst van geldlening waarbij door de ouders van de man een geldbedrag van € 66.000,= aan partijen is geleend. Voor het overige is tussen partijen niet in geschil gebleken dat het bedrag van de geldlening van € 66.000,= gelijk staat aan 1/5 deel van het aankoopbedrag voor de woning.
lening [X] overzicht betalingen”. Nu de rechtbank niet vast kan stellen dat de vrouw het bedrag van € 23.773,40 heeft voldaan vanuit haar privégelden, is er geen grond om voormeld bedrag aan de vrouw te vergoeden. Het verzoek van de vrouw zal dan ook worden afgewezen. De definitieve beslissing zal, gelet op hetgeen hierna wordt overwogen, worden aangehouden tot de eindbeschikking.
het recht het aldus teveel bijgedragene terug te vorderen vervalt, indien betaling of verrekening daarvan niet binnen één jaar na het einde van het betreffende kalenderjaar heeft plaats gehad of (schriftelijk gevorderd is”. Naar het oordeel van de rechtbank is voormelde tekst in de huwelijkse voorwaarden duidelijk. Nu de vrouw zich daarnaast tijdens de zitting heeft gerefereerd, ziet de rechtbank aanleiding om de man te volgen. Dit betekent dat, voor zover nog enige verrekening van teveel door de vrouw betaalde kosten van de huishouding zou moeten plaatsvinden, deze verrekening gelet op de tekst van de huwelijkse voorwaarden slechts betrekking kan hebben op de jaren 2020 en 2021. Vast staat immers dat voorafgaand aan deze procedure geen betaling of verrekening van de kosten van de huishouding heeft plaats gehad en de vrouw heeft haar verzoek tot verrekening eerst op 23 november 2021 ingediend.
5.De beslissing
22 februari 2022, in afwachting van bericht van partijen, een en ander zoals is overwogen in rechtsoverweging 4.46;