ECLI:NL:RBZWB:2022:5292
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 19 april 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft op 3 juni 2022 een ingebrekestelling verstuurd, waarop de Belastingdienst op 8 juni 2022 heeft gereageerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk vereiste termijn heeft beslist.
De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 9 september 2022 en is openbaar gemaakt. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.