ECLI:NL:RBZWB:2022:5465

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
C/02/400485 JE RK 22-1419
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Toekoen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor medische behandeling van minderjarige met psychische problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige, hierna te noemen [roepnaam minderjarige]. De vader, die het gezag over [roepnaam minderjarige] uitoefent, heeft geweigerd toestemming te geven voor de noodzakelijke traumatherapie, ondanks dat de minderjarige zelf deze behandeling wenst. De gecertificeerde instelling (GI) heeft het verzoek ingediend, omdat de vader twijfelt aan de medische noodzaak en denkt dat de minderjarige is beïnvloed door de pleegouders. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige apart is gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [roepnaam minderjarige] lijdt aan herbelevingen en concentratieproblemen, wat zijn gezondheid ernstig in gevaar kan brengen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de behandeling noodzakelijk is en heeft de GI vervangende toestemming verleend voor de medische behandeling, die op 14 september 2022 zal starten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de behandeling kan doorgaan, ook al is er bezwaar van de vader. De kinderrechter heeft benadrukt dat de toestemming ook geldt voor een eventuele vervanger van de behandelend arts.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/400485 JE RK 22-1419
Datum uitspraak: 6 september 2022

Beschikking kinderrechter vervangende toestemming medische behandeling

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

gevestigd te Tilburg, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [roepnaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[roepnaam minderjarige] , voornoemd,

[vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
bijgestaan door mr. S. van Reeven-Özer, advocaat te Rijen,

[pleegouders] ,

hierna te noemen de pleegouders,
wonend op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek, met bijlagen, van de GI van 12 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op dezelfde dag;
- de brief van de advocaat van de vader van 2 september 2022;
- het verweerschrift van de vader van 5 september 2022, bij bijlagen.
Op 6 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren mondeling behandeld.
Verschenen zijn:
- [roepnaam minderjarige] , die apart is gehoord;
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI;
- de pleegouders.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de vader.
Bij beschikking van 14 januari 2022 is de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] verlengd tot 24 januari 2023. Bij diezelfde beschikking is ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [roepnaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 24 januari 2023.
De vader heeft toestemming geweigerd voor de medische behandeling van [roepnaam minderjarige] .

Het verzoek

De GI verzoekt vervangende toestemming te verlenen voor de medische behandeling van [roepnaam minderjarige] . De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

De standpunten

De GI heeft aan haar verzoek onder meer het volgende ten grondslag gelegd, dit gezien het verzoek en de toelichting bij de mondelinge behandeling. [roepnaam minderjarige] heeft tijdens zijn vroege kinderjaren in [geboorteland] vervelende gebeurtenissen meegemaakt. Daarover praat hij op school. Door alles wat van dat verleden terugkomt kan [roepnaam minderjarige] zich nu moeilijk concentreren. Hij zegt af en toe dat het lijkt alsof zijn hoofd gaat ontploffen. [roepnaam minderjarige] wil graag voor zijn problematiek therapie, zijnde een traumabehandeling. Met de ouders is al vele maanden gesproken over zo’n behandeling. Op 8 juli 2022 is er samen met de ouders en pleegouders een intakegesprek geweest voor die behandeling. Toen is besproken dat de behandeling zou worden ingezet op wat [roepnaam minderjarige] zelf zou aangegeven wat er met hem gebeurt. De vader heeft vervolgens zijn toestemming gegeven voor de medische behandeling. Kort daarna heeft hij die toestemming ingetrokken. Daarbij is door de vader gezegd dat hij het niet eens is met wat [roepnaam minderjarige] allemaal heeft gezegd. De vader ontkent dat de moeder [roepnaam minderjarige] in het verleden heeft mishandeld. De vader zelf heeft hem nooit mishandeld. Op 27 juli 2022 is er door de GI nog uitgebreid met bijstand van een tolk opnieuw met de ouders gesproken over de behandeling die [roepnaam minderjarige] moet ondergaan. Ook daarna werd de toestemming door de vader onthouden, zelfs na overleg met zijn advocaat. Het behandelingstraject is al in gang gezet. De bedoeling is dat de eerste behandeling op 14 september 2022 zal plaatsvinden. Daarvoor is dan wel tijdig vervangende toestemming van de kinderrechter nodig. Volgens de GI is de behandeling medisch gezien noodzakelijk. Als behandelaar treedt op [behandelaar 1] .
[roepnaam minderjarige] heeft, apart gehoord, aan de kinderrechter verteld, waarbij hij aangeeft dat niet alles mag worden doorverteld aan zijn ouders. Wat wel mag worden verteld is dat hij dringend behoefte heeft aan het verwerken van de nare ervaringen die hij vroeger in zijn land van herkomst heeft meegemaakt en die nu bij hem terugkomen als herbelevingen. Daardoor heeft hij nu veel last van concentratieproblemen en hoofdpijn. Op school kan hij om die reden niet goed meegaan. Hij is hij blij dat de GI voor hem een behandeling heeft geregeld. Hij kijkt daarbij uit naar de eerste behandeling op 14 september 2022.
Door en namens de vader is verklaard dat de vader niet eens is met de verklaringen van [roepnaam minderjarige] . Volgens de vader zijn die verklaringen [roepnaam minderjarige] ingefluisterd door de pleegouders. Het pleeggezin is ook niet goed geweest voor zijn kinderen die aldaar eerder hebben verbleven. Omdat de pleegouders [roepnaam minderjarige] en zijn zusje [zusje minderjarige] willen behouden hebben zij deze situatie in het leven geroepen. De moeder noch de vader heeft [roepnaam minderjarige] ooit geslagen. De vader wil dat [roepnaam minderjarige] weer thuis komt wonen. De vader heeft [roepnaam minderjarige] net buiten in de hal gezien. Hij keek bang uit zijn ogen. Als de moeder uit [verblijfland moeder] terug is willen zij met z’n allen weer een gezin gaan vormen. De beschreven behandeling is te ruim beschreven. Dat is ook een punt van de vader. De vader volhardt in zijn weigering om toestemming te geven voor de behandeling. Een ander reden van de vader om toestemming is weigeren is zijn vrees dat als hij meewerkt de instanties op termijn hem het gezag over [roepnaam minderjarige] zal ontnemen. Daaraan wil hij niet meewerken.
Door de pleegouders is verklaard dat alles wat [roepnaam minderjarige] aan anderen heeft verteld van hemzelf is. Hem is door hen niets aangepraat. Dat het wel zo door de vader wordt gezegd wordt ervaren als een nare beschuldiging. De pleegouders geloven [roepnaam minderjarige] wel wat hij allemaal heeft verteld over zijn verleden. De geplande behandeling is echt nodig. Bij de pleegouders thuis gaat het goed met [roepnaam minderjarige] en zijn zusje [zusje minderjarige] , dat ook in het pleeggezin verblijft.

De beoordeling

De kinderrechter overweegt als volgt.
Artikel 1:265h lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover van belang, dat de kinderrechter vervangende toestemming kan verlenen voor de medische behandeling van een minderjarige van twaalf jaar of ouder die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake, indien behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige af te wenden en de ouder die het gezag uitoefent zijn toestemming daarvoor weigert.
Deze vervangende toestemming geldt slechts voor een specifieke medische behandeling welke valt onder de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO), en meer specifiek artikel 7:446 lid 2 BW. Dit artikel stelt dat onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:
alle verrichtingen - het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen - rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze verloskundige bijstand te verlenen;
andere dan de onder a bedoelde handelingen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon, die worden verricht door een arts of tandarts in die hoedanigheid.
De GI verzoekt, naar de kinderrechter begrijpt, om aan haar vervangende toestemming te verlenen om [roepnaam minderjarige] een noodzakelijke medische behandeling te laten ondergaan in de vorm van traumatherapie, zoals die al is gepland en waarvan de behandeling zal starten op 14 september 2022, met als behandelaar [behandelaar 1] . Uit de stukken en wat op de mondelinge behandeling is besproken blijkt dat [roepnaam minderjarige] al enige tijd lijdende is aan herbelevingen en nare herinneringen van gebeurtenissen uit het verleden tijdens zijn verblijf in zijn land van herkomst. Deze omstandigheden hebben op [roepnaam minderjarige] een zodanig effect dat hij concentratieproblemen en hoofdpijn heeft, waardoor hijzelf het gevoel heeft dat zijn hoofd zal gaan ontploffen. Uit het voorgaande concludeert de kinderrechter dat er bij [roepnaam minderjarige] inderdaad sprake is van een problematiek die als medisch wordt aangemerkt.
[roepnaam minderjarige] zelf wil de geplande behandeling. Vanwege kennelijk vrees voor zijn ouders wil [roepnaam minderjarige] als twaalfplusser niet op eigen initiatief die behandeling ondergaan. Daarom heeft de GI om toestemming gevraagd aan de vader en is die toestemming geweigerd. In deze weigering heeft de vader bij de mondelinge behandeling volhard.
Naar het oordeel van de kinderrechter is de voornoemde behandeling noodzakelijk om, gezien de door [roepnaam minderjarige] vertelde herbelevingen en herinneringen, ernstig gevaar voor zijn gezondheid af te wenden. Nu de vader met gezag de toestemming voor die behandeling weigert, zal de kinderrechter de GI toestemming geven om die behandeling toch te laten plaatsvinden. Voor wat de behandelaar betreft is de kinderrechter van oordeel dat een eventuele uitval van haar door bijvoorbeeld ziekte of ontslag er niet toe mag leiden dat de behandeling moet worden gestaakt. Daarom zal de toestemming van de kinderrechter ook inhouden dat de genoemde behandelaar bij uitval kan worden vervangen door een collega of opvolger.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent vervangende toestemming aan de GI voor het laten ondergaan van [roepnaam minderjarige] van een medische behandeling, te weten een traumatherapie, zoals die al is gepland en waarvan de behandeling zal starten op 14 september 2022, met als behandelaar [behandelaar 1] , of bij uitval van haar door haar vervanger of opvolger:
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2022 door mr. Toekoen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.