ECLI:NL:RBZWB:2022:5491

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
10037231 VV EXPL 22-76
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • R. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming woonruimte wegens exploitatie van een erotische massagesalon

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de commanditaire vennootschap Coever Vastgoed Beleggingen C.V. en twee gedaagden, wonende in Waalwijk. Coever vorderde ontruiming van de door gedaagden gehuurde woning, omdat zij een erotische massagesalon zouden exploiteren, wat in strijd is met de huurovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de exploitatie van de massagesalon voldoende was komen vast te staan op basis van controles door de politie en gemeente, en dat de gedaagden ook in een andere plaats soortgelijke activiteiten zouden hebben ontplooid. De rechtbank wees de vordering tot ontruiming toe, ondanks dat andere gronden zoals huurachterstand en geen vast verblijf in het gehuurde waren afgewezen. De gedaagden hadden eerder een huurachterstand van twee maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de huidige huurachterstand van € 2.043,48 niet voldoende was om de ontruiming te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat Coever een spoedeisend belang had bij de ontruiming, gezien de overlast en gevoelens van onveiligheid in de buurt. De gedaagden werden veroordeeld tot ontruiming binnen veertien dagen na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaaknummer: 10037231 VV EXPL 22-76
vonnis in kort geding van 20 september 2022
inzake
de commanditaire vennootschap COEVER VASTGOED BELEGGINGEN C.V.,
gevestigd te Roermond,
eiseres,
hierna te noemen: Coever,
gemachtigde: mr. J.A. Emden, werkzaam bij Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

2. [gedaagde sub 2] ,
beiden wonende te ( [postcode] ) Waalwijk, [straat + huisnummer] ,
gedaagden,
hierna te noemen: [gedaagde sub 1] respectievelijk [gedaagde sub 2] en
gezamenlijk aangeduid als [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. T.M. ten Velde, advocaat te Tilburg.

1.Het verloop van het geding

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding van 16 augustus 2022 met producties 1 tot en met 9;
e-mail berichten van de gemachtigde van Coever van 5 september 2022 met in totaal drie producties;
een e-mailbericht van de gemachtigde van [gedaagden] van 5 september 2022 met drie producties;
e pleitnota van de gemachtigde van [gedaagden] van 6 september 2022;
de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 6 september 2022.

2.Het geschil

2.1
Coever vordert bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] te veroordelen tot – kort gezegd – ontruiming van het gehuurde en betaling van huur(achterstand), rente en incassokosten, met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
2.2
[gedaagden] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat vast dat Coever als verhuurder met [gedaagde sub 1] als huurder een huurovereenkomst (hierna te noemen: de huurovereenkomst) heeft gesloten met betrekking tot de woning met aanhorigheden te ( [postcode] ) Waalwijk, [straat + huisnummer] (ook te noemen: het gehuurde) tegen een bij vooruitbetaling te betalen huurprijs van thans € 933,83 per maand. De huurovereenkomst is ingegaan per 1 september 2021. [gedaagde sub 2] is als echtgenote van [gedaagde sub 1] van rechtswege medehuurder.
3.2
Coever legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Coever stelt dat [gedaagden] tekort zijn geschoten in de nakoming van de op hen rustende verplichting om de huur tijdig te betalen. Op het moment van dagvaarden was er volgens Coever een huurachterstand van € 2.079,66, berekend tot en met de maand augustus 2022. Ten tijde van de mondelinge behandeling bedroeg de huurachterstand volgens Coever € 2.043,48, berekend tot en met de maand september 2022. Coever wijst er daarbij op dat [gedaagden] al eerder een huurachterstand hebben laten ontstaan en bij vonnis in kort geding van 16 maart 2022 zijn veroordeeld tot betaling van die achterstand van € 2.712,00 plus rente en kosten. Door middel van loonbeslag is die vordering inmiddels voldaan.
3.3
[gedaagden] schieten volgens Coever eveneens tekort in de nakoming van de huurovereenkomst door in het gehuurde in strijd met de woonbestemming een erotische massagesalon te exploiteren. Verder is geconstateerd dat [gedaagde sub 1] als hoofdhuurder 4 maanden in het buitenland verbleef. Dat is volgens Coever in strijd met de in artikel 12.1 van de toepasselijke algemene bepalingen opgenomen verplichting om in het gehuurde zijn hoofdverblijf te hebben. Ten slotte stelt Coever dat de woning naar alle waarschijnlijkheid wordt onderverhuurd, zonder medeweten en toestemming van Coever, hetgeen in strijd is met artikel 12.5 van de algemene bepalingen.
3.4
De gevorderde rente en incassokosten baseert Coever op de wet, meer specifiek de artikelen 6:119 BW respectievelijk 6:96 BW.
3.5
Coever stelt een spoedeisend belang te hebben bij de gevraagde voorziening, onder meer omdat de gemeente Waalwijk dreigt de woning te sluiten en vanwege de overlast en gevoelens van onveiligheid die de buurtbewoners, eveneens huurders van Coever, ervaren als gevolg van de illegale activiteiten die [gedaagden] in het gehuurde verrichten dan wel laten verrichten.
3.6
[gedaagden] stellen in de eerste plaats dat er geen sprake is van een voldoende spoedeisend belang en dat de zaak zich niet leent voor een kort geding. De bodemzaak, die inmiddels door Coever aanhangig is gemaakt, kan volgens [gedaagden] worden afgewacht.
3.7
[gedaagden] erkennen de door Coever gestelde huurachterstand. Zij voeren aan dat zij de lopende huur wel steeds voldoen, maar soms wat later en dat de huurachterstand niet verder oploopt. [gedaagden] hebben verder meegedeeld dat [gedaagde sub 1] in november een groot bedrag zal ontvangen als de overwaarde wordt verdeeld van de woning waarvan hij samen met zijn ex-echtgenote eigenaar was en die verkocht is. Indien dan nog een achterstand zou bestaan kan hij die dan ineens voldoen.
3.8
[gedaagden] betwisten verder dat zij in het gehuurde een massagesalon exploiteren en dat zij het gehuurde onderverhuren en er zelf niet hun hoofdverblijf hebben.
3.9
Dit alles brengt volgens [gedaagden] mee dat de gevorderde ontruiming – waardoor gedaagden op straat zouden komen te staan – afgewezen dient te worden.
De kantonrechter overweegt als volgt.
3.1
In deze procedure moet de kantonrechter beoordelen of Coever een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en of aannemelijk is dat de vorderingen van Coever in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het – mede gelet op de belangen van partijen over en weer – gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van de voorzieningen zoals gevorderd.
3.11
De kantonrechter is van oordeel dat Coever, gelet op de gestelde tekortkomingen van [gedaagden] in de nakoming van hun verbintenissen uit de huurovereenkomst, een voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen. Coever is dus ontvankelijk in haar vorderingen.
3.12
In het kader van de (verdere) inhoudelijke beoordeling zal de kantonrechter eerst ingaan op de gestelde huurachterstand en daarna op de gestelde overige tekortkomingen.
Huurachterstand
3.13
[gedaagden] hebben erkend dat de opgave van Coever van de op de datum van de zitting nog bestaande huurachterstand van € 2.043,49, berekend tot en met september 2022, juist is. Ook staat vast dat zij al eerder een huurachterstand hebben laten ontstaan. Het is in de rechtspraak regel dat een vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst betreffende woonruimte alsmede tot ontruiming van het gehuurde wegens herhaalde wanbetaling in beginsel wordt toegewezen, indien gesteld en zo nodig bewezen wordt dat de huurachterstand tenminste twee maanden bedraagt (indien de huurprijs bij vooruitbetaling verschuldigd is, de lopende maand daaronder begrepen) en de huurder minder dan een jaar voor de zitting reeds tot betaling van een huurachterstand is veroordeeld. Die situatie doet zich hier voor. Daarvan uitgaande zou dus aannemelijk zijn dat de ontruimingsvordering van Coever wegens de huurachterstand in een bodemprocedure toegewezen zou worden.
3.14
Desondanks is de huurachterstand op zichzelf in het onderhavige geval naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om in deze procedure de gevorderde ontruiming als voorlopige voorziening toe te wijzen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de huurachterstand tot betaling waarvan [gedaagden] bij vonnis van 16 maart 2022 zijn veroordeeld, inmiddels door middel van loonbeslag volledig is voldaan. Daarnaast hebben [gedaagden] de lopende huur grotendeels betaald. Zij hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat hun inkomen hoog genoeg is om de huurachterstand niet te laten oplopen en de achterstand in te lopen. Mochten zij met betaling in gebreken blijven dan kan ervan worden uitgegaan dat een loonbeslag effectief zal zijn.
3.15
De vordering tot betaling van de erkende huurachterstand van € 2.043,48 zal toegewezen worden. Wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten overweegt de kantonrechter dat Coever aan gedaagden een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 219,98 is niet hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde maximum tarief en zal daarom worden toegewezen. Ook de gevorderde wettelijke rente is als niet weersproken toewijsbaar. Overigens geldt uiteraard wel dat als gedaagden inmiddels betalingen hebben verricht die betrekking hebben op de in deze procedure gevorderde bedragen, deze betalingen in mindering strekken op het hierna toe te wijzen totaalbedrag. Daarbij merkt de kantonrechter op dat uit het door Coever overgelegde overzicht in haar dossiernummer 42200109 lijkt te volgen dat bij het loonbeslag een bedrag van € 237,77 teveel is ingehouden. Ook dat bedrag dient dan natuurlijk nog verrekend te worden.
Overige tekortkomingen
3.16
Coever stelt dat [gedaagden] naast de huurachterstand ook op andere wijze tekortschieten in hun uit de huurovereenkomst voortvloeiende verbintenissen door het exploiteren van een erotische massagesalon in het gehuurde, door het onderverhuren van het gehuurde en door zelf niet het hoofdverblijf te hebben in het gehuurde. [gedaagden] hebben dat gemotiveerd betwist.
3.17
Coever onderbouwt deze stellingen in de eerste plaats door middel van een brief van de regisseur ondermijning bij de gemeente Waalwijk, die samen met iemand van de politie Regio Midden- en West-Brabant een bezoek heeft gebracht aan de woning op 17 januari 2022. In deze brief staat onder meer het volgende:
“(…)
Op maandag 17 januari 2022 omstreeks 15:25 uur aangekomen bij het adres [straat + huisnummer] in Waalwijk.(…)
Hierop werd de voordeur geopend en heb mijzelf gelegitimeerd en aangegeven van de gemeente te zijn en een controle uit te willen voeren voor onder andere de BRP.(…)
Gevraagd om haar legitimatie en geconstateerd dat het mevrouw [naam] betrof welke op het adres staat ingeschreven.(…)
vanuit de Hal kom je in de Woonkamer/Eetkamer welke volledig was ingericht(…)
vanuit daar kun je naar een volledig ingerichte keuken.(…)
Via de achtertuin is er toegang tot een berging. In de berging is een ingerichte massagesalon aanwezig met een massagebed, kast met handdoeken, wasmachine, en bakjes met verschillende gel.(…)
op de eerste verdieping kom je via een hal bij 2 slaapkamers met een twee persoonsbed, kledingkamer, badkamer en een tweede massagesalon.(…)
Op dinsdag 18 januari 2022 om 08:48 uur belde dhr. [gedaagde sub 1] via het KCC naar mij mbt de uitgevoerde controle. Dhr. [gedaagde sub 1] gaf aan op het strand te zitten in de Filipijnen. Hij was daar samen met zijn vrouw naartoe vertrokken op 4 oktober 2021. Hij zou 22 januari 2022 terug zijn in Nederland. Zijn vrouw zou pas in februari terug komen ivm een overlijden.(…).
Dhr. [gedaagde sub 1] gaf aan alleen samen met zijn vrouw op het adres te wonen. en dat mevr. [naam] de huishoudster was. En dat ze niet bij hun op het adres zou wonen. Aangegeven dat ze iets anders tegen ons had verklaard en dat ze met z’n 3e op het adres zouden verblijven. Tevens zou ze ook massages geven in opdracht van dhr. [gedaagde sub 1] . Hij gaf aan dat kan niet ze zou vertrokken moeten zijn naar Spanje. Aangegeven haar gisteren daar aangetroffen te hebben en dat ze bovenstaande aan ons heeft verklaard. ”
3.18
Verder legt Coever ter onderbouwing van haar stellingen over een besluit van de burgemeester van de gemeente Waalwijk van 22 juni 2022, waarbij aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een last onder dwangsom is opgelegd, inhoudende dat hen wordt gelast “
de exploitatie van de seksinrichting en de daarmee samenhangende activiteiten in de woning en op het perceel aan het [straat + huisnummer] , [postcode] Waalwijk, op straffe van een dwangsom, te staken en gestaakt te houden binnen drie dagen na verzenddatum van deze brief.”
3.19
In de motivering van dit besluit is onder meer het volgende vermeld:
“Voorgeschiedenis
In november 2021 heeft de gemeente Tilburg een bij hen lopende casus gedeeld met de gemeente Waalwijk. Dit betrof een casus met betrekking tot mensensmokkel en illegale prostitutie, nu was geconstateerd dat vanuit een woning in Tilburg, in de periode 2016 – 2021, een illegale erotische massagesalon werd geëxploiteerd waarbij veelal vrouwen uit zuidoost Azië aan het werk werden gezet.
Deze woning werd door dhr. [gedaagde sub 1] gehuurd en bewoond en [gedaagde sub 1] , in hoedanigheid van exploitant van deze seksinrichting, had daarbij niet de beschikking over een door de burgemeester van de gemeente Tilburg verleende exploitatievergunning voor een seksinrichting, met als gevolg dat sprake was van een illegale seksinrichting.
Vanuit de gemeente Tilburg werd aangegeven dat deze activiteiten, nu deze in Tilburg waren beëindigd, vermoedelijk vanaf september 2021 in de gemeente Waalwijk werden voortgezet.
Uit de eerder genoemde bestuurlijke rapportage, maar ook uit openbare publicaties, volgt afsluitend dat tegen [gedaagde sub 1] een strafrechtelijk onderzoek loopt, dan wel heeft gelopen ter zake mensenhandel.
Meldingen
Uit de bestuurlijke rapportage volgt dat de Nationale Politie op 16 december 2021 een anonieme melding heeft ontvangen met de mededeling dat er omstreeks 09.30 uur een persoon bij de woning aan het [straat + huisnummer] te Waalwijk arriveerde, welke de woning betrad en omstreeks 10.30 uur de woning weer verliet.
De expert-wijkagent van het basisteam Langstraat heeft naar aanleiding van deze melding op 17 december 2021 een buurtonderzoek ingesteld in de wijk [naam wijk] , waarvan het [naam plaats] onderdeel vormt. Uit dit buurtonderzoek kwam naar voren dat buurtbewoners van het [straat + huisnummer] in Waalwijk anoniem wilden blijven, dat deze buurtbewoners overlast ondervonden van de bezoekers van de woning aan het [straat + huisnummer] , dat mannen vaak in de wijk rondhingen op zoek naar de juiste woning en dat deze mannen ook op verkeerde adressen aanbelden. Buurtbewoners gaven aan dat deze activiteiten een negatieve invloed hadden op het veiligheidsgevoel in de wijk en daarmee op het woon- en leefklimaat.
Basisregistratie Personen & woon- en leefklimaat
Op maandag 17 januari 2022 heeft er vervolgens een controle plaatsgevonden in de woning aan het [straat + huisnummer] te Waalwijk, op grond van de Wet basisregistratie personen, door een gemeentelijke toezichthouder en voornoemde expert-wijkagent.
Bewoning woning, inschrijving BRP & huurder
Uit de Basisregistratie Personen volgt dat op het adres een drietal personen staan ingeschreven, zijnde [gedaagde sub 1] , mevr. [gedaagde sub 2] en mevr. [naam] .
Tijdens de controle werd [naam] als enige aanwezige in de woning aangetroffen. In de woning werden verschillende kamers aangetroffen welke waren ingericht als massagesalon. [naam] verklaarde desgevraagd - onder meer - dat zij in opdracht van [gedaagde sub 1] massages zou geven.
Uit gegevens die zijn verstrekt door de verhuurder van de woning blijkt dat [gedaagde sub 1] de huurder en daarmee hoofdbewoner van de woning is. (…)
Controles bezoekers onvergunde seksinrichting
Via Meld Misdaad Anoniem ontving de Nationale Politie (vervolgens) op 26 februari 2022 een melding waarbij werd aangegeven dat er in de woning aan het [straat + huisnummer] mogelijk prostitutie plaatsvond en waarbij het vanaf 12.00 uur in de middag iedere dag een komen en gaan van meerdere mannen is.
Op 10 maart 2022 heeft de expert-wijkagent, nadat hij omstreeks 11.25 uur wederom een melding kreeg van een buurtbewoner over een bezoeker van de woning aan het [straat + huisnummer] , een controle uitgevoerd bij de desbetreffende bezoeker. Deze bezoeker verklaarde vervolgens aan de expert-wijkagent dat hij €80,- had betaald voor een massage met zogenaamd ‘happy end’, dat hij de advertentie via www.marktplaats.nI had gevonden en een afspraak had gemaakt, dat hij in de woning twee vrouwen had gezien waaronder de vrouw die met foto bij de advertentie stond, dat hij één keer eerder in Tilburg bij deze vrouw was geweest en dat dit een woning met omgebouwde garage betrof. De bezoeker gaf verder aan geen namen van de personen in de woning te kennen en dat hij op 9 maart 2022 een afspraak had
gemaakt voor de erotische massage, waarna hij in de ochtend van 10 maart 2022 een app-bericht kreeg met het adres [straat + huisnummer] in Waalwijk.
Op de door de bezoeker getoonde advertentie op www.marktplaats.nl viel te lezen: “Thai massage, op aanvraag. Zoekt u ontspanning massage of hebt u klachten aan u nek of rug wellicht kunnen wij u helpen voor meer in formatie [nummer] ’ De advertentie dateerde van 29 januari 2022 en is thans nog altijd actief op www.marktplaats.nl.
Op 11 maart 2022 heeft de expert-wijkagent, nadat hij omstreeks 11.57 uur wederom een melding kreeg van een buurtbewoner over een bezoeker van de woning aan het [straat + huisnummer] , een controle uitgevoerd bij de desbetreffende bezoeker van de woning.
Deze bezoeker, welke niet dezelfde bezoeker betrof als die op 10 maart 2022 door de expert-wijkagent is gecontroleerd, verklaarde dat hij €80,- contant had betaald voor een Thaise massage met zogenaamde ‘happy end’ en dat hij de advertentie via de website www.kinky.nl had gevonden nadat hij op deze website had gezocht naar een Thaise massage in de regio Tilburg. De bezoeker gaf aan op 10 maart 2022
een afspraak te hebben gemaakt via het telefoonnummer [nummer] , dat hij had gevonden op voornoemde website en dat hij in de avond van 10 maart 2022 een app-bericht ontving van ditzelfde nummer met de mededeling dat hij op 11 maart 2022 om 12.00 uur verwacht werd bij het [straat + huisnummer] in Waalwijk.
De bezoeker verklaarde verder in de woning twee vrouwen te hebben gezien, waaronder de vrouw waarmee hij de telefonische afspraak had gemaakt, maar dat hij haar naam niet wist, dat de andere vrouw, gezet met lang donker haar, de massage uitvoerde en dat zij had verteld uit Thailand te komen.
De bezoeker gaf verder aan dat hij niet eerder bij hen was geweest, maar wel vaker op de website www.kinky.nl te kijken.
De expert-wijkagent concludeert in de bestuurlijke rapportage, aan de hand van voornoemde controles, dat er in de woning aan het [straat + huisnummer] te Waalwijk illegale prostitutie plaatsvindt. Hij merkt daarbij op dat wordt geadverteerd via websites als www.kinky.nl en www.marktplaats.nl en dit, in de periode 2016 — 2021, op dezelfde wijze gebeurde in Tilburg.”
3.2
Coever hebben voorts een e-mailbericht overgelegd van de Jurist Aanpak ondermijning & bibobcoördinator van de gemeente Waalwijk van 20 juli 2022, die aan Coever meedeelt dat op die dag, 20 juli 2022 opnieuw een controle is uitgevoerd bij en in de woning en is geconstateerd dat er nog steeds sprake is van een overtreding en dat de exploitatie van de onvergunde seksinrichting doorgaat.
3.21
Coever heeft verder een e-mail overgelegd die zij op 24 augustus 2022 heeft ontvangen van bewoners van de woning [straat + huisnummer] te Waalwijk. De bewoners melden daarin zij twee keer op zaterdagavonden in juli en in augustus zijn geconfronteerd met mannen die via hun achtertuin door de keuken hun huiskamer binnen liepen en al een voet op de trap hadden staan om naar boven te gaan, terwijl de bewoners op de bank televisie zaten te kijken. De mannen gaven aan een bezoek te willen brengen aan de “massagesalon” [straat + huisnummer] .
3.22
Ten slotte stelt Coever dat [gedaagde sub 1] eerder dergelijke illegale activiteiten verrichtte vanuit zijn toenmalige woning in Tilburg. Zij verwijst naar een overgelegd krantenartikel uit het Brabants Dagblad van 14 juli 2020, met de kop; “
Eigenaar Tilburgse massagesalon en z’n broer opgepakt voor mensensmokkel: buitenlandse vrouwen als prostituee ingezet.” Het betreffende artikel gaat volgens Coever over [gedaagde sub 1] . Coever stelt dat hij zijn illegale praktijken in Waalwijk heeft voortgezet.
3.23
[gedaagden] betwisten dat zij in het gehuurde een erotische massagesalon exploiteren. [gedaagde sub 1] erkent dat in zijn woning in Waalwijk massagetafels en andere spullen die in een massagesalon worden gebruikt aanwezig zijn. Hij licht toe dat hij in Tilburg een vergunning heeft gehad voor het exploiteren van een massagesalon. Hij betwist overigens dat het een erotische massagesalon betrof. Omdat de woning in Tilburg verkocht is, en hij naar Waalwijk is verhuisd, zijn de massagespullen nu ondergebracht in de woning in Waalwijk. [gedaagde sub 1] stelt dat hij in Waalwijk ook een vergunning wil aanvragen voor een massagesalon.
Over de brief van de regisseur ondermijning over haar onderzoek van 17 januari 2022 merkt [gedaagde sub 1] voorts op dat mevrouw [naam] alleen maar Spaans spreekt. Hij stelt daarom grote vraagtekens bij hetgeen de betreffende regisseur heeft vermeld over de verklaring van [naam] dat zij in opdracht van [gedaagde sub 1] erotische massages gaf.
3.24
De kantonrechter ziet echter vooralsnog geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het verslag van de regisseur ondermijning. Zij schrijft dat [naam] het gesprek in gebrekkig Engels heeft gevoerd.
3.25
Over het besluit van de burgemeester van de gemeente Waalwijk van 22 juni 2022 stellen [gedaagden] dat het onderzoek zoals gerelateerd in dat besluit onzorgvuldig en onvolledig is. De verklaringen van de op straat aangesproken personen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd door in de woning naar binnen te gaan. [gedaagden] stellen dat er temeer reden is om voorzichtig om te gaan met meldingen van buurtbewoners, omdat [gedaagden] hebben ervaren dat sommige buurtbewoners moeite hebben met de komst van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de woning. Er is volgens [gedaagden] bij sommige buurtbewoners sprake van racistisch gedrag jegens hen, met name vanwege de Aziatische afkomst van [gedaagde sub 2] . In dat verband vermelden zij dat bijvoorbeeld in mei 2022 de auto van [gedaagde sub 2] , als enige auto in de straat, is bekrast. [gedaagden] hebben bezwaar aangetekend tegen het besluit. De verklaring van de bewoners van de woning [straat + huisnummer] over de insluipingen vinden [gedaagden] niet aannemelijk.
3.26
[gedaagden] stellen verder dat zij niet eens in de gelegenheid zijn om activiteiten zoals vermeld in het besluit te ontplooien. [gedaagde sub 2] werkt parttime bij McDonalds in Waalwijk. Tter onderbouwing is een kopie van haar arbeidsovereenkomst overgelegd. Daarnaast volgt zij een opleiding, hetgeen [gedaagden] hebben onderbouwd met een bericht van DUO aan [gedaagde sub 2] van 26 augustus 2022, waaruit blijkt dat DUO voor haar een factuur heeft betaald van Bogaers Taleninstituut B.V.
3.27
Naar aanleiding van dit verweer heeft Coever bij de mondelinge behandeling verklaard dat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel op het adres [straat + huisnummer] te Waalwijk is ingeschreven de onderneming met handelsnaam “
Asian massage beauty salon”, waarvan [gedaagde sub 2] de eigenaar is. Zij heeft een uittreksel uit het handelsregister d.d. 5 september 2022 overgelegd.
Verder heeft Coever een print overgelegd van een advertentie op Marktplaats van “
Thai Massage Beauty”. Zij stelt dat dit de advertentie is die de op 10 en 11 maart 2022 aangesproken bezoekers aan de politie hebben getoond. Voor de massagesalon die [gedaagden] in Tilburg exploiteerden werd geadverteerd met hetzelfde telefoonnummer dat in deze advertentie staat. Beide aangesproken bezoekers hebben verklaard dat zij, na telefonisch contact te hebben opgenomen met dit nummer, via een appbericht van hetzelfde nummer het adres [straat + huisnummer] te Waalwijk hebben doorgekregen.
3.28
De kantonrechter is van oordeel dat Coever met de combinatie van de constateringen van de regisseur ondermijning van 17 januari 2022, de bevindingen van de expert-wijkagent, zoals vermeld in het besluit van 22 juni 2022, het uittreksel uit het handelsregister en de advertentie op Marktplaats, die – zoals door Coever is gesteld en door [gedaagden] niet is weersproken –, nog steeds actief is, vooralsnog voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat in de woning [straat + huisnummer] in Waalwijk een erotische massagesalon wordt geëxploiteerd. Het daartegen door [gedaagden] gevoerde verweer is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende concreet en niet overtuigend. Aldus is het evident dat [gedaagden] daarmee het gehuurde, in strijd met de artikelen 1.2 en 1.3 van de huurovereenkomst en artikel 1.1 van de toepasselijke algemene bepalingen, gebruiken op een manier die in strijd is met de bestemming als woonruimte.
3.29
Coever heeft aan haar vordering verder ten grondslag gelegd dat [gedaagden] in strijd met artikel 12.1 van de algemene bepalingen in het gehuurde niet hun hoofdverblijf hebben. Zij baseert dat op het feit dat [gedaagde sub 1] op 18 januari 2022 tegen de regisseur ondermijning heeft verklaard dat hij vanaf 4 oktober 2021 met [gedaagde sub 2] in de Filipijnen verbleef, dat hij op 22 januari 2022 terug zou komen. [gedaagde sub 1] heeft verklaard dat [gedaagde sub 2] in verband met een overlijden nog iets langer is gebleven en in februari 2022 terug naar Nederland is gekomen.
3.3
[gedaagde sub 1] heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling toegelicht dat hij vanwege de verkoop van zijn woning in Tilburg de beschikking had over een bedrag als voorschot op de verdeling van de overwaarde en dat hij van dat geld met [gedaagde sub 2] enige tijd heeft verbleven in de Filipijnen, waar ook hun dochtertje verblijft. Niet betwist is dat zij sinds respectievelijk eind januari 2022 en februari 2022 weer in het gehuurde verblijven. Dat is ook aannemelijk gezien de overgelegde arbeidsovereenkomst van [gedaagde sub 2] , waaruit blijkt dat zij met ingang van 28 april 2022 bij McDonalds in Waalwijk in dienst is getreden.
3.31
Daarvan uitgaande is de kantonrechter van oordeel dat de tijdelijke afwezigheid van [gedaagden] niet kan worden aangemerkt als een niet nakomen van de verplichting om hoofdverblijf te hebben in het gehuurde.
3.32
Coever heeft voorts gesteld dat [gedaagden] het gehuurde “
naar alle waarschijnlijkheid” hebben onderverhuurd. Dat is door [gedaagden] betwist en door Coever niet nader onderbouwd. Naar het oordeel van de kantonrechter moet er dan ook in het kader van deze procedure niet kan worden vastgesteld dat van het zonder toestemming onderverhuren van het gehuurde sprake is.
3.33
De kantonrechter is van oordeel dat het exploiteren van een erotische massagesalon in het gehuurde, in strijd met de in de huurovereenkomst overeengekomen bestemming, een ernstige tekortkoming is, die overlast voor omwonenden oplevert.
Naar alle waarschijnlijkheid zal deze tekortkoming in de aanhangige bodemprocedure leiden tot toewijzing van de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
3.34
Daarvan uitgaande dient thans te worden beoordeeld of Coever een zodanig spoedeisend belang heeft bij de gevraagde ontruiming van het gehuurde dat het, gelet op de belangen van partijen over en weer, gerechtvaardigd is op de beslissing in de bodemzaak vooruit te lopen.
3.35
[gedaagden] betwisten dat Coever een voldoende spoedeisend belang heeft. Volgens [gedaagden] is niet aannemelijk dat de gemeente Waalwijk de woning zal sluiten, en voor zover dat wel zou gebeuren, leidt Coever daardoor volgens [gedaagden] geen schade, omdat hun verplichting om huur te betalen tijdens een dergelijke sluiting doorloopt. Verder stellen [gedaagden] dat de door Coever gestelde overlast voor omwonenden niet zodanig ernstig is dat, gelet op hun belang bij een dak boven hun hoofd, ontruiming op korte termijn gerechtvaardigd is. Er is volgens hen geen gevaar of acute dreiging. Zij stellen dat de beslissing in de reeds aanhangige bodemprocedure kan worden afgewacht.
3.36
De kantonrechter is van oordeel dat er rekening mee moet worden gehouden dat de gemeente Waalwijk, gezien haar belang bij het weren van activiteiten als hier aan de orde uit een woonwijk en bij handhaving van de openbare orde, inderdaad tot sluiting van de woning zal overgaan. Coever heeft betoogd dat zij vreest dat [gedaagden] de doorlopende huurbetalingsverplichtingen in dat geval niet zullen (kunnen) nakomen, aangezien zij dan tevens kosten zullen moeten maken voor vervangende woonruimte. De kantonrechter acht het risico dat Coever daardoor uiteindelijk financiële schade zal lijden beperkt, aangezien er vooralsnog voldoende verhaalsmogelijkheden lijken te zijn bij [gedaagden] . Maar uiteraard heeft een dergelijke sluiting van een woning wel een negatieve uitstraling op de wijk. Dat levert voor Coever imagoschade op.
3.37
De kantonrechter is verder van oordeel dat [gedaagden] de overlast die hun activiteiten voor omwonenden veroorzaken onderschatten. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk dat de activiteiten van [gedaagden] bij omwonenden leiden tot een ernstige verstoring van hun woongenot en tot gevoelens van onveiligheid.
3.38
Op grond van het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat Coever groot belang heeft bij een zo spoedig mogelijke ontruiming van het gehuurde. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat er, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ook van moet worden uitgegaan dat [gedaagden] deze activiteiten tot op heden hebben voorgezet, ook nog nadat zij eind januari 2022 op de hoogte zijn gesteld van de bevindingen van de politie en de regisseur ondermijning van de gemeente Waalwijk en van het standpunt van Coever ten aanzien van het verrichten van deze activiteiten.
3.39
Uiteraard staat tegenover dit belang van Coever het belang van [gedaagden] bij het voortgezet gebruik van de woning. Zij hebben in dat verband gesteld dat hun dochtertje, dat nu nog bij familie in de Filipijnen verblijft, binnenkort naar Nederland komt en dat zij geen mogelijkheden zien om op korte termijn elders vervangende woonruimte te vinden. De kantonrechter is van oordeel dat dit in de gegeven omstandigheden voor hun rekening en risico dient te komen en dat het belang van Coever bij ontruiming zwaarder moet wegen dan het belang van [gedaagden] bij voortzetting van het gebruik van het gehuurde. De vordering tot ontruiming zal daarom worden toegewezen, waarbij de ontruimingstermijn wordt bepaald op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
3.4
Ook de vordering om [gedaagden] te veroordelen tot betaling van de overeengekomen huurprijs per maand voor iedere maand of gedeelte daarvan dat zij de woning nog niet hebben ontruimd, ligt voor toewijzing gereed.
3.41
[gedaagden] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Coever tot en met vandaag worden vastgesteld op € 1.241,83 te weten € 129,83 voor kosten van de dagvaarding, € 365,00 voor griffierecht en € 747,00 voor salaris van de gemachtigde van Coever.

4.De beslissing in kort gedingDe kantonrechter:

4.1
veroordeelt [gedaagden] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning gelegen aan het adres [straat + huisnummer] te Waalwijk, te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen van [gedaagden] is en met al de personen die zijdens [gedaagden] in voornoemde woning verblijven, en de woning ter vrije en algehele beschikking van Coever te stellen;
4.2
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, en wel zo dat wanneer de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd, om aan Coever te betalen:
  • een bedrag van € 2.270,94 aan huurachterstand tot en met september 2022 (inclusief buitengerechtelijke kosten en verschenen rente tot datum dagvaarding), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.043,49 vanaf 16 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • een bedrag van € 933,83 per maand met ingang van 1 oktober 2022, voor iedere maand of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijven het gehuurde te ontruimen en ter beschikking te stellen van Coever;
4.3
veroordeelt [gedaagden] tot betaling van de kosten van de procedure, die aan de zijde van Coever tot en met vandaag worden vastgesteld op € 1.241,83.
4.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op
20 september 2022.