ECLI:NL:RBZWB:2022:5618

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
30 september 2022
Zaaknummer
9776217 AZ VERZ 22-25 en 9937625 AZ VERZ 22-47
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • M. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking over ontslag op staande voet en psychische toestand werknemer

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 26 september 2022, wordt de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet van de heer [naam 1] door zijn werkgever, Tesla Motors Netherlands B.V., beoordeeld. De zaak betreft twee procedures: een verzoek van [naam 1] tot vernietiging van het ontslag en een verzoek van Tesla tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De heer [naam 1] is op 29 april 2022 op staande voet ontslagen na het uiten van ernstige dreigementen tijdens een gesprek met de bedrijfsarts. Hij heeft aangevoerd dat hij onder invloed van een psychose handelde en dat zijn uitlatingen niet gericht waren tegen medewerkers van Tesla, maar tegen geesten en demonen die hij waarnam.

De kantonrechter oordeelt dat de dreigementen van [naam 1] ernstig zijn en in beginsel een dringende reden voor ontslag opleveren. Echter, de psychische toestand van [naam 1] ten tijde van het incident wordt als een relevante omstandigheid beschouwd. De kantonrechter beveelt [naam 1] om binnen twee weken een oordeel van zijn behandelend GZ-psycholoog in het geding te brengen, waarin een diagnose en het verband met het incident worden uiteengezet. De beslissing over de voorlopige voorziening wordt afgewezen, maar verdere beslissingen in beide zaken worden aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9776217 AZ VERZ 22-25 en 9937625 AZ VERZ 22-47
beschikking van 26 september 2022
inzake
de heer [naam 1] ,
wonende te Tilburg, hierna te noemen: “ [naam 1] ”,
verzoeker in de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
verweerder in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25,
gemachtigde: mr. drs. G. de Hoog-Geurts, verbonden aan DAS Rechtsbijstand,
tegen
de besloten vennootschap Tesla Motors Netherlands B.V.,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: “Tesla”,
verweerster in de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
verzoekster in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25,
gemachtigde: mr. A.T.M. Adams, advocaat te Amsterdam,

1.Het verloop van beide procedures

1.1.
Tesla heeft op 25 maart 2022 in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25 een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [naam 1] op grond van bedrijfseconomische redenen ingediend. De behandeling van dit verzoek is op verzoek van Tesla aangehouden. [naam 1] is op 29 april 2022 op staande voet ontslagen. Tesla heeft haar op 25 maart 2022 ingediende verzoekschrift bij akte van 29 juni 2022 vermeerderd c.q. gewijzigd. [naam 1] heeft op 8 augustus 2022 een verweerschrift ingediend.
1.2.
In de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47 is op 16 juni 2022 een verzoekschrift ex artikel 7:681 Burgerlijk Wetboek (BW) tevens houdende een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening voor de duur van het geding ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ontvangen van [naam 1] . Tesla heeft op 10 augustus 2022 een verweerschrift ingediend.
1.3.
Op 18 augustus 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarin beide zaken gelijktijdig zijn behandeld. [naam 1] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. drs. De Hoog- Geurts. Namens Tesla is verschenen de heer [naam bedrijfsjurist] , bedrijfsjurist, bijgestaan door mr. Adams. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is gekomen. Mr. Adams heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die voor wat betreft het voorgedragen deel (de alinea’s 1.1. tot en met 3.3.) onderdeel uitmaken van het procesdossier in beide zaken.
1.4.
De kantonrechter heeft de uitspraak bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Tesla is een Nederlandse dochtermaatschappij van Tesla Inc., gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika. Tesla heeft een fabriek in Tilburg, waar voornamelijk eindassemblage- en afwerkingswerkzaamheden aan de Tesla auto’s worden verricht.
2.2.
[naam 1] , geboren op 23 mei 1988, is op 15 april 2017 in dienst getreden van Tesla in de functie van PDI Inspector. Het laatstverdiende salaris van [naam 1] bedraagt € 2.626,40 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag op basis van een 38-urige werkweek.
2.3.
De functie van PDI Inspector is per augustus 2019 komen te vervallen.
2.4.
[naam 1] heeft zich op 4 oktober 2021 ziek gemeld.
2.5.
Het UWV heeft de door Tesla verzochte toestemming om de arbeidsovereenkomst met [naam 1] wegens bedrijfseconomische redenen te mogen opzeggen bij beslissing van 28 januari 2022 geweigerd.
2.6.
[naam 1] heeft op 14 februari 2022 het spreekuur van de bedrijfsarts bezocht. De bedrijfsarts koppelt daarover terug:
“Based on my findings, I consider that mr [naam 1] is capacitated unable to perform his own job. The limitations of your employee are in the area of personal functioning, social functioning, performing dynamic activities, maintaining static activities. Further specified his limitations are:
Coping with pressure or deadlines, quickly switching between different tasks, coping with emotionally challenging situations, walking (for a longer period of time) standing for prolonged periods of time, holding the neck/head in a static position for a longer period of time. (…)”
2.7.
Medio februari 2022 zijn er gesprekken gevoerd tussen [naam 1] en mevrouw [naam 2] (HR medewerker) over de mogelijke herplaatsing van [naam 1] in de functie van Material Handler Energy. [naam 1] is op 21 februari 2022 gestart in deze functie. [naam 1] heeft op 28 februari 2022 aan [naam 2] aangegeven te twijfelen of hij gezien zijn beperkingen wel geschikt was voor de functie. Hij heeft verzocht om een afspraak bij de bedrijfsarts, die [naam 2] voor hem heeft aangevraagd.
2.8.
Op 1 maart 2022 hebben [naam 1] en [naam 2] een gesprek gevoerd over de invulling van het dienstverband van [naam 1] . [naam 2] schrijft daar over dit gesprek in haar e-mail van 2 maart 2022:
“Ook heb je aangegeven dat je ontevreden bent over mijn inzet en je van mening bent dat ik jou onmenselijk zou behandelen. (…)
Op het moment dat je iets gekalmeerd was heb je je uitgesproken over persoonlijke omstandigheden waar je veel moeilijkheden aan ondervindt. Dat spijt ons en wij helpen je graag waar dit mogelijk is. Wel zijn wel heel erg geschrokken van je reactie. Het schuim stond in letterlijke zin op je lippen. Graag wil ik je hierbij nogmaals herinneren dat deze reactie niet past binnen onze manier van werken. De veiligheid van onze medewerkers staat ten alle tijden voorop en onder andere het verheffen van je stem en de agressieve houding die je had aangenomen passen hier niet bij. Wij zijn bereikbaar om je in gesprek te gaan maar we verwachten wel dat we dit op een rustige, veilige manier kunnen doen. (…)”
2.9.
In zijn reactie van 2 maart 2022 laat [naam 1] weten zich niet te kunnen vinden in de verslaglegging van [naam 2] . [naam 1] geeft aan de werkplek niet als veilig te ervaren.
2.10.
[naam 1] heeft op 14 maart 2022 het spreekuur van de bedrijfsarts bezocht. De bedrijfsarts acht [naam 1] arbeidsongeschikt voor zijn eigen werk. Aangepast werk, waarbij rekening wordt gehouden met de eerder teruggekoppelde beperkingen, is volgens een opbouwschema mogelijk volgens de bedrijfsarts.
2.11.
Op 15 maart 2022 meldt [naam 1] zich per e-mail ziek bij [naam 2] wegens griep. In reactie op deze ziekmelding schrijft [naam 2] op 16 maart 2022 aan [naam 1] dat hij zich dagelijks minimaal een uur voor de start van de shift telefonisch ziek moet melden bij zijn manager. [naam 1] reageert dat hij het telefoonnummer van de betreffende manager niet heeft. Ook schrijft hij:
“Het zou fijn als ik ook gesteund zou worden door jou in plaats van alleen maar tegen gewerkt worden. Ik vind het ook niet netjes dat je zoveel leugens verteld in de mailtjes die je stuurt. Ik stel mij professioneel op maar kan dat van jou niet zeggen.”
2.12.
[naam 2] herhaalt in haar e-mail van 18 maart 2022 dat [naam 1] zich dagelijks minimaal een uur voor de start van de werkdag telefonisch ziek moet melden. Nu [naam 1] dat op 17 en 18 maart niet heeft gedaan, worden deze dagen als onbetaald verlof geregistreerd, nu Tesla de afwezigheid van [naam 1] als ongeoorloofd beschouwt. Bij het uitblijven van dagelijkse ziekmeldingen zullen vervolg dagen ook als onbetaald verlof geregistreerd worden. Ook geeft [naam 2] aan dat de toon die [naam 1] aanslaat in het merendeel van zijn e-mails en gevoerde gesprekken niet langer geaccepteerd wordt.
2.13.
In reactie op deze e-mail schrijft [naam 1] dezelfde dag aan [naam 2] :
“Ik ben zo geschrokken van deze mail. Ik ben psygisch niet in orde en overweeg zelf moord te plegen. Ik zie het leven niet meer zitten. Ik heb dit bij jou aangegeven maar je doet er niks mee. Ik heb je al verteld dat ik het nummer van [naam 3] niet heb, dat heb ik in het vorige mailtje gestuurd wat zwart op wit staat. Verder ben ik psychisch niet in orde en heb dringende hulp nodig en ondersteuning. Ik vind het moeilijk de stap te nemen voor hulp en wil hier in begeleid worden. Ik zal [naam 3] bellen zodra ik het nummer van jou heb gekregen en zal hem mijn ziekte mededelen.”
2.14.
[naam 2] heeft naar aanleiding van deze e-mail op 18 maart 2022 contact opgenomen met [naam 1] , en bevestigt daarover het volgende:
“Ik heb je even opgebeld om te vragen hoe het nu met je is en je geadviseerd contact op te nemen met 113. Je hebt hierop aangegeven geen hulp te willen. Ook heb je aangegeven dat je als je maandag nog leeft dat je dan komt werken en dan een zelfmoord poging op de werkvloer zal doen. Dit alles door toedoen van Tesla. Ik heb nogmaals geadviseerd contact op te nemen met 113, je alle goeds gewenst en vervolgens het gesprek beëindigd. De uitlating zijn uiterst zorgwekkend!
Het advies van de bedrijfsarts is van groot belang op dit moment en ik zal dan ook op een zo kort mogelijke termijn een nieuwe afspraak inplannen.”
2.15.
Op 21 maart 2022 stuurt [naam 1] een e-mail naar onder andere CEO [naam 4] , met de volgende inhoud:
“The last 3 years i have been bullied by people in the Tesla factory in Tilburg. I have been treated very badly. I feel so down right now because of the bullying that i am thinking about suicide. This has to stop please. Why do they treat me this bad. This is driving me crazy and now one wants to help me. I am desperate.”
2.16.
[naam 1] bezoekt op 28 maart 2022 het spreekuur van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts koppelt terug dat hij [naam 1] arbeidsongeschikt acht voor zijn eigen werk, maar in staat om passende arbeid te verrichten, waarbij rekening dient te worden gehouden met de eerder gestelde beperkingen en opbouw.
2.17.
[naam 1] heeft verlof opgenomen van 29 maart tot en met 24 april 2022.
2.18.
In april 2022 heeft overleg plaatsgevonden tussen [naam 2] en de bedrijfsarts, waarbij onder meer de dreiging met zelfmoord door [naam 1] is besproken. Uit een e-mail van 11 april 2022 volgt dat de bedrijfsarts dit onderwerp ook al eerder met [naam 1] heeft besproken en hem had geadviseerd adequate hulp te zoeken. Op de vraag van [naam 2] of Tesla nog actie kan ondernemen om [naam 1] te ondersteunen, antwoordt de bedrijfsarts dat een akkoord met betrekking tot een verwijzing helpend zou zijn om adequate hulp te starten (op een eerdere basis dan via verwijzing door de huisarts).
2.19.
[naam 1] heeft op 25 april 2022 opnieuw het spreekuur van de bedrijfsarts bezocht. Tijdens dit bezoek heeft een escalatie plaatsgevonden. De bedrijfsarts verklaart daar over in zijn e-mail van 25 april 2022 aan [naam 2] :
“Gezien de heftige directe dreiging richting jou als persoon heb ik je hierover direct telefonisch geïnformeerd. Op jouw verzoek hierbij een kort verslaglegging van hetgeen vandaag gebeurd is in het spreekuur met dhr. [naam 1] . (…)
Betrokkene komt de spreekkamer binnen, kort wordt gesproken over zijn situatie (waarbij gezien geheimhouding niet verder op in kan worden gegaan). Vrij snel (binnen een paar minuten) is er sprake van escalatie, hij schreeuwt, opent de deur en gaat met dingen gooien (zoals stoelen, laptop dock, papieren) schopt tegen zaken aan zoals een zitbal en prullenbak. In tussentijd sprake van flink stemverhef, diverse verwensingen. Vanuit iemand van de afdeling is beveiliging gebeld welke vrij snel op locatie was. Een gesprek was niet meer aan te gaan met betrokkene. Dreigt daarbij ook (over [naam 2] van HR geeft hij aan ik snijd haar hoofd eraf, maar ook andere dreigingen zoals ik schiet een magazijn leeg bij mijn werk), waarna het gesprek beëindigd is. Betrokkene loopt zelf weg, beveiliging loopt met hem mee.”
2.20.
De heer [naam 5] , medewerker Environmental, Health & Safety Leader EMEA/APAC bij Tesla stuurt op 25 april 2022 de volgende samenvatting van het incident naar [naam 2] :
Incident 25/04/2022
Plaats: Atlasstraat 7
Ruimte: consultatie bedrijfsarts
Tijd: omstreeks, iets voor 14:00
  • medewerker betreedt ruimte van de bedrijfsarts;
  • communicatie die hoorbaar is, is vocaal op hoger dan normaal volume, nog geen dreigende situatie;
  • naar mate de tijd toeneemt, neemt het volume toe van het stemgeluid, verontwaardiging is aannemelijk hoorbaar, inhoud nog niet hoorbaar;
  • voornamelijk de medewerker die vocaal hoorbaar is, bedrijfsarts is niet hoorbaar;
  • terwijl in de ruimte, loopt het volume op tot schreeuwen, dreigende situatie ontstaat, opvallende uiting die hoorbaar is: “ik snijd haar hoofd er af’;
  • medewerker stormt uit de ruimte, loopt op en neer al scheldend en schreeuwend in extreme toestand - situatie is agressief;
  • ik zit achter mijn scherm en luister kalm naar de situatie en kijk via mijn ooghoek over de monitor, ik geef geen aanleiding tot response;
  • medewerker schopt hoorbaar agressief tegen de skippy bal en afvalbakken in nabijheid van de consultatie kamer aan (niet gezien, enkel gehoord);
  • uitingen richten zich niet op bedrijfsarts, bedrijfsarts is ‘aanschouwer’, geen indicatie tot geweld richting bedrijfsarts, enkel zeer dreigende situatie;
  • hij is nog niet fysiek geworden, ik besluit hem uit te laten razen in plaats van alleen te intervenieren op de situatie om verdere escalatie te voorkomen;
  • ik informeer security guard [naam 6] voor back up via TEAMS om 14:07, die is boven 14:08 en vraagt rustig “wat is hier aan de hand”;
  • [naam 6] observeert met mij, hij en ik houden oog contact en communiceren met duimen omhoog of omlaag om de invertentie af te stemmen;
  • Medewerker dimt iets in en betreedt de consultatie ruimte weer, al snel slaat het weer om in schreewen, met name “ik snijd haar hoofd er af”;
  • Bedrijfsarts beeindigt kalm het consult, medewerker vertrekt onder toeziend oog van security, medewerker werkt mee om het pand te verlaten.
  • afvalbakken lagen over omver, schade is nihil, omdat dit karton is met metalen kernen, skippy bal is ongedeerd;
  • security komt terug ter verificatie van welzijn en gaat daarna weer naar de receptie;
  • ik treed in gesprek met de bedrijfsarts over zijn welzijn gezien deze dreigende situatie en later neem ik kort deel aan het telefoongesprek met HR;
  • HR reageert enorm professioneel en methodisch, vestigt de meeste aandacht op welzijn van bedrijfsarts en mij, en vraagt om een vastlegging op mail;
  • gedurende de situatie waarin het verbaal escaleert zijn onderstaande uitingen frequent hoorbaar in schreeuwende wanhoopstoestand:

“ik snijd haar hoofd er af”

“ik snijd van boven naar beneden”

“ik kan niet meer”

“dit gaat al 3 jaar zo”

“ik wil wel hulp, maar ik krijg geen hulp”

“jullie helpen mij niet”

“ontsla mij maar”. (…)”
2.21.
Tesla heeft [naam 1] op 25 april 2022 op non-actief gesteld.
2.22.
[naam 1] heeft zich in de ochtend van 26 april 2022 per e-mail ziek gemeld bij [naam 2] .
2.23.
Bij brief van 26 april 2022 heeft Tesla haar voornemen om ontslag op staande voet te verlenen naar aanleiding van de gebeurtenissen op 25 april 2022 kenbaar gemaakt aan [naam 1] . Tesla biedt [naam 1] tot en met vrijdag 29 april 2022 12.00 uur de gelegenheid om schriftelijk te reageren op het voornemen en de daaraan ten grondslag gelegde feiten, die in de brief als volgt zijn geformuleerd:
“Op 25 april 2022 vond de ingeplande vervolgafspraak met de bedrijfsarts plaats. U heeft zich tijdens deze afspraak op ernstige wijze misdragen. U heeft tegen de bedrijfsarts geschreeuwd en allerlei verwensingen geuit, op zo’n harde toon dat dit buiten het kantoor van de bedrijfsarts was te horen en contact op werd genomen met de beveiliging vanwege de dreigende situatie. Voor de personen buiten de kamer van de bedrijfsarts was goed verstaanbaar te horen dat u schreeuwde “ik snijd haar hoofd eraf”. Op enig moment stormde u de kamer van de bedrijfsarts uit en liep u scheldend en schreeuwend over de gang en schopte u tegen de daar aanwezige skippy bal en afvalbakken. U kalmeerde enigszins en bent toen terug de kamer van de bedrijfsarts ingegaan. Al snel was te horen dat u weer aan het schreeuwen was. U heeft meerdere malen -voor de personen buiten de kamer van de bedrijfsarts goed hoorbaar- opnieuw geschreeuwd “ik snijd haar hoofd eraf” en “ik snij haar van onder tot boven open en snij haar hoofd eraf”. Hiermee doelde u op onze HR medewerker mevrouw [naam 2] , met wie u vandaag een afspraak had. Ook riep u “ik schiet een magazijn leeg op het werk”. Ook ging u met allerlei zaken gooien (stoel, laptop dock, papieren). De bedrijfsarts heeft de afspraak met u beëindigd en u hebt onder begeleiding van onze beveiliging het pand verlaten. Vanwege de ernstige bedreigingen die u uitte, in het algemeen en ook specifiek richting een van onze medewerkers, heeft de bedrijfsarts contact met ons opgenomen en ons gewaarschuwd. (…)”
2.24.
Tesla heeft meerdere vergeefse pogingen ondernomen om telefonisch met [naam 1] in contact te komen. [naam 1] heeft niet gereageerd op de inhoud van de brief van 26 april 2022. Bij brief van 29 april 2022 heeft Tesla [naam 1] op staande voet ontslagen. De brief vermeldt onder meer:
“Wij hebben meerdere pogingen gedaan om met u in contact te komen om u hierover te horen. Meer specifiek heeft Tesla op 25, 26 en 28 april 2022 meermaals geprobeerd om -helaas zonder succes- telefonisch contact met u op te nemen op het bij ons bekende mobiele nummer. U nam echter niet op en wij konden ook geen voicemailbericht achterlaten. (…) Wij constateren dat u hiermee (ook nog) in strijd handelt met onze voorschriften/instructies bij ziekte dat u bereikbaar dient te zijn.
Het spreekt voor zich dat Tesla -door uw toedoen- alle vertrouwen in u heeft verloren. Daarbij geldt dat Tesla als werkgever een plicht heeft om toe te zien op een veilige werkomgeving voor al haar medewerkers. Uw uitlatingen en gedragingen geven blijk van een directe bedreiging voor deze veilige werkomgeving en voor uw collega’s.
Daarmee heeft u volstrekt onacceptabel en grensoverschrijdend gedrag vertoond. Dat gedrag is in strijd met algemene fatsoensnormen, met de binnen Tesla geldende omgangsvormen/voorschriften en met goed werknemerschap. U had zich hiervan dienen te onthouden. Dat heeft u niet gedaan. Daar komt nog bij dat uw gedrag en uitlatingen mogelijk kwalificeren als een strafbaar feit. (…)
In elk geval achten wij uw gedragingen en uitlatingen ernstig verwijtbaar, en moeten wij constateren dat -door uw handelen- de arbeidsverhouding duurzaam en ernstig verstoord is geraakt en dat ook in redelijkheid anderszins niet van ons worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
Al hetgeen in onze brief/e-mail van 26 april jl. is vermeld en het bovenstaande levert, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, één of meerdere dringende redenen voor ontslag op staande voet op grond waarvan wij dan ook op 29 april 2022 besloten hebben u met onmiddellijke ingang op staande voet te ontslaan. De dringende redenen, die in de brief/e-mail van 26 april jl. in combinatie met hetgeen hierboven is vermeld kort zijn weergegeven, zijn u bij deze onverwijld medegedeeld. (…)
2.25.
[naam 1] heeft bij brief van zijn gemachtigde van 5 mei 2022 geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet, en verzocht om de bevestiging dat Tesla het ontslag zou intrekken. Tesla heeft bij brief van 9 mei 2022 laten weten het verleende ontslag op staande voet te handhaven.
2.26.
[naam 1] is door zijn huisarts voor behandeling aangemeld bij Fivoor, een instelling voor forensische en intensieve psychiatrische zorg. Het eerste gesprek is gepland op maandag 15 augustus 2022. Een tweede gesprek is gepland op vrijdag 26 augustus 2022.

3.Het verzoek van [naam 1] en het verweer daartegen van Tesla

3.1.
[naam 1] verzoekt de kantonrechter in de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47 -samengevat- bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Voorlopige voorziening
I. Tesla voor de duur van het geding te veroordelen tot betaling aan [naam 1] van het salaris van € 2.626,40 bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten vanaf 29 april 2022 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, en [naam 1] in staat te stellen om de bedongen werkzaamheden te verrichten, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Tesla in gebreke blijft;
II. Tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf 29 april 2022 en de wettelijke rente over het opeisbare en achterstallige salaris vanaf 29 april 2022.
In de hoofdzaak
Primair:
III. Het ontslag op staande voet van 29 april 2022 te vernietigen;
IV. Tesla te verplichten [naam 1] binnen 24 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Tesla in gebreke blijft;
V. Tesla te veroordelen tot betaling van het salaris van [naam 1] van € 2.626,40 vanaf 29 april 2022 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
Subsidiair:
VI. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig is geëindigd door het ontslag op staande voet, Tesla te veroordelen tot betaling van de billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW van € 68.076,29 bruto;
VII. Aan [naam 1] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen van € 5.673,00 bruto;
VIII. Tesla te veroordelen tot betaling aan [naam 1] van de transitievergoeding;
IX. Tesla te veroordelen tot betaling aan [naam 1] van een correcte eindafrekening onder overlegging van een deugdelijke specificatie;
Meer subsidiair:
X. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig is geëindigd door het ontslag op staande voet en [naam 1] daarin berust, Tesla te veroordelen tot betaling van de billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW van € 68.076,29 bruto;
XI. Aan [naam 1] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen van € 5.673,00 bruto;
XII. Tesla te veroordelen tot betaling aan [naam 1] van de transitievergoeding;
In alle gevallen:
XIII. Tesla te veroordelen tot betaling aan [naam 1] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de genoemde bedragen tot aan de dag van volledige betaling;
XIV. Tesla te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Ter zitting heeft [naam 1] zijn verzoeken nader toegelicht c.q. gewijzigd, in die zin dat het in de hoofdzaak subsidiair geformuleerde verzoek geldt in geval van berusting door [naam 1] in het ontslag op staande voet (in plaats van de zinsnede ‘voor het geval de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig is geëindigd door het ontslag op staande voet’). Het meer subsidiaire verzoek omvat enkel toekenning van de transitievergoeding (en niet toekenning van een billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging) en geldt voor het geval de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd door het ontslag op staande voet. Ook heeft [naam 1] ter zitting de in het kader van de voorlopige voorziening verzochte wedertewerkstelling in de bedongen arbeid ingetrokken, gelet op het verval van de functie en de arbeidsongeschiktheid van [naam 1] .
3.3.
[naam 1] legt aan zijn verzoeken ten grondslag dat de feiten die Tesla aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd zich niet hebben voorgedaan, dan wel dat deze zich hebben voorgedaan onder invloed van een psychische stoornis.
3.4.
Tesla voert verweer. [naam 1] heeft Tesla met zijn gedrag en uitlatingen een dringende reden voor ontslag gegeven. De gestelde ziekte doet aan de rechtsgeldigheid van het gegeven ontslag niet af.

4.Het verzoek van Tesla en het verweer daartegen van [naam 1]

4.1.
Tesla verzoekt de kantonrechter in de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25 -samengevat- na wijziging c.q. vermeerdering van verzoek:
Onvoorwaardelijk:
[naam 1] te veroordelen aan Tesla te betalen een bedrag van € 2.626,40 (voor zover dit bedrag nog niet is verrekend met de eindafrekening) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 april 2022;
Voorwaardelijk:
Uitsluitend voor het geval dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst op 29 april 2022 zou worden vernietigd, dan wel de arbeidsovereenkomst op andere gronden nog bestaat, de arbeidsovereenkomst te ontbinden,
primairper de vroegst mogelijke datum zonder toekenning van een transitievergoeding,
subsidiairmet inachtneming van de opzegtermijn onder aftrek van de proceduretijd met toekenning van de transitievergoeding;
In alle gevallen:
[naam 1] te veroordelen in de proceskosten, althans deze te compenseren.
4.2.
Tesla maakt op grond van artikel 7:677 lid 3 sub a jo. lid 2 BW aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding. Haar voorwaardelijk ontbindingsverzoek ex artikel 7:671b lid 1 sub a en b BW is primair gebaseerd op ernstig verwijtbaar handelen van [naam 1] (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub e BW), en subsidiair op een duurzaam en onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub g BW), verval van functie terwijl herplaatsing niet mogelijk is of in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub a BW) of de cumulatiegrond (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub i BW).
4.3.
[naam 1] voert verweer. Nu het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven, bestaat er geen grond voor toekenning van de gefixeerde schadevergoeding. Indien het gegeven ontslag op staande voet niet wordt vernietigd, verzoekt [naam 1] het voorwaardelijk ontbindingsverzoek primair af te wijzen. Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [naam 1] veroordeling van Tesla tot betaling aan hem van de (gecumuleerde) transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 68.076,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid, en bij het bepalen van de ontbindingsdatum rekening te houden met de opzegtermijn van twee maanden zonder aftrek van proceduretijd, een en ander met veroordeling van Tesla in de kosten van de procedure.
4.4.
In het navolgende zal voor zover van belang nader worden ingegaan op de stellingen van partijen.

5.De beoordeling

In de hoofdzaak (in beide zaken)
5.1.
In de beoordeling van de verzoeken in beide zaken staat het op 29 april 2022 aan [naam 1] verleende ontslag op staande voet centraal. De beantwoording van de vraag of het ontslag op staande voet al dan niet rechtsgeldig is verleend, bepaalt welke overige verzoeken nog in de beoordeling aan de orde moeten komen. Het toetsingskader voor beantwoording van deze vraag volgt uit artikel 7:677 lid 1 BW: ieder der partijen is bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. De formele vereisten die de wet stelt aan een ontslag op staande voet staan niet ter discussie tussen partijen. Het geschil draait om de door Tesla gestelde dringende reden voor ontslag.
5.2.
Voor de beoordeling van de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet is van belang welke dringende redenen voor ontslag aan [naam 1] zijn medegedeeld. Uit de brieven van 26 en 29 april 2022 van Tesla aan [naam 1] (zoals weergegeven in overweging 2.23. en 2.24.) blijkt dat Tesla de dreigementen die [naam 1] tijdens het spreekuur van de bedrijfsarts van 25 april 2022 heeft geuit, zijn agressieve gedrag op dat moment en de onbereikbaarheid van [naam 1] naderhand als dringende redenen voor ontslag beschouwt. Met name de doodsbedreigingen die [naam 1] heeft geuit, en die volgens Tesla aan het adres van [naam 2] zijn gericht (
“Ik snijd haar hoofd eraf”,
“ik snij haar van onder tot boven open en snij haar hoofd eraf”), dan wel aan collega’s in het algemeen (
“Ik schiet een magazijn leeg op het werk”) zijn dermate ernstig dat Tesla voortzetting van het dienstverband met [naam 1] voor onmogelijk houdt.
5.3.
[naam 1] voert aan dat hij werd overvallen door een psychose aanval en zichzelf niet langer onder controle had. Door de waas voor zijn ogen en zijn emotie heeft hij bepaalde zaken niet zien staan en is daar tegenaan gelopen; van bewust tegen dingen aanschoppen is geen sprake geweest. [naam 1] betwist [naam 2] of andere personen binnen Tesla te hebben bedreigd. Hij kan zich de exacte geuite bewoordingen tijdens het spreekuur niet voor de geest halen, maar hij herinnert zich wel dat hij zich niet op gepaste wijze heeft uitgelaten. Het incident van 25 april 2022 heeft zich voorgedaan onder invloed van ziekte, hetgeen [naam 1] tijdens de zitting nader gepreciseerd heeft: [naam 1] stelt dat hij verkeerde onder invloed van een psychose, met als gevolg dat hij geesten en demonen zag die hem aanvielen. De uitingen waren gericht tegen die geesten en demonen. [naam 1] was vanwege zijn ziekte niet in staat om Tesla in de dagen na het incident te woord te staan.
5.4.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Zowel de bedrijfsarts als de heer [naam 5] hebben in gedetailleerde en vrijwel overeenkomende bewoordingen verklaard over de uitingen en het gedrag van [naam 1] tijdens het spreekuur van 25 april 2022. Verklaard wordt dat [naam 1] gedreigd heeft ‘haar’ hoofd eraf te zullen snijden en ‘haar’ van onder tot boven open te snijden, waarbij geldt dat [naam 1] ‘haar’ geen nadere naam heeft gegeven en gedreigd heeft een magazijn op het werk leeg te zullen schieten. Tegenover deze beide verklaringen staat de betwisting van [naam 1] dat hij deze dreigementen heeft geuit. Uit de processtukken en hetgeen besproken is ter zitting volgt dat de herinneringen van [naam 1] aan hetgeen hij tijdens het spreekuur wel gezegd heeft variëren en gaan van het ‘wellicht in emotie doen van uitingen die hij beter niet had kunnen doen’, naar ‘ongelukkig uitlaten’ tot uiteindelijk ‘het niet op gepaste wijze uitlaten’, waarbij telkens geldt dat [naam 1] zich de exact gebruikte bewoordingen niet kan herinneren. Gelet op de gedetailleerde en vrijwel gelijkluidende verklaringen van de bedrijfsarts en de heer [naam 5] , vindt de kantonrechter deze steeds meer afgezwakte betwisting van [naam 1] onvoldoende. Hieruit volgt dat de kantonrechter voor vaststaand aanneemt dat [naam 1] tijdens het spreekuur van 25 april 2022 de gestelde dreigementen heeft geuit. Ook de gestelde agressieve gedragingen, zoals het omschoppen van afvalbakken, zijn gelet op de door Tesla ingebrachte verklaringen onvoldoende gemotiveerd betwist door [naam 1] , zodat de kantonrechter ook aanneemt dat [naam 1] het gestelde agressieve gedrag heeft vertoond. Dat [naam 1] onbereikbaar is geweest voor Tesla na het incident, staat niet ter discussie.
5.5.
Met Tesla is de kantonrechter van oordeel dat met name de geuite dreigementen dermate ernstig zijn dat deze in beginsel een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. De kantonrechter kan zich inbeelden dat de emoties bij een werknemer hoog kunnen oplopen en dat vanuit die emotie dingen gezegd kunnen worden die beter ongezegd hadden kunnen blijven, maar de inhoud van de uitlatingen die [naam 1] heeft gedaan zijn van een andere orde. Dit neemt niet weg dat de stellingen van [naam 1] dat hij de dreigementen heeft geuit onder invloed van een psychose, dat de dreigementen gericht waren tegen de geesten en demonen in zijn hoofd en dat hij zich vanwege zijn psychische gesteldheid niet kan herinneren wat zich exact heeft voorgedaan -indien de juistheid van de stellingen komt vast te staan- de dringendheid aan de redenen kunnen ontnemen.
5.6.
Tesla voert aan dat verwijtbaarheid van de werknemer geen vereiste is voor het aannemen van een dringende reden voor ontslag, zodat de psychische gesteldheid van [naam 1] ten tijde van het incident niet uitmaakt. De kantonrechter volgt Tesla hierin niet. Hoewel verwijtbaarheid volgens de wettelijke definitie van een dringende reden geen vereiste is, is de psychische gesteldheid van [naam 1] wel degelijk een omstandigheid die betrokken dient te worden in de beoordeling van de dringende redenen. Daarbij weegt voor de kantonrechter mee dat Tesla voorafgaand aan het incident wist dat [naam 1] arbeidsongeschikt was en dat er mogelijk ook psychische problematiek speelde (ondanks dat [naam 1] de term ‘psychose’ niet eerder dan tijdens de zitting tegen Tesla heeft geuit). Zo koppelt de bedrijfsarts op 14 februari 2022 terug dat [naam 1] volledig arbeidsongeschikt is, en onder meer beperkt is in het handelen onder druk en omgaan met emotionele uitdagingen. Op 18 maart 2022, nadat er al een aantal onprettige gesprekken en e-mailcorrespondentie tussen [naam 2] en [naam 1] was gevoerd, schrijft [naam 1] aan [naam 2] dat hij psychisch niet in orde is en denkt aan zelfmoord. [naam 1] schrijft dat hij dringend hulp nodig heeft. In het telefonisch contact met [naam 2] dat op deze e-mail volgt meldt [naam 1] dat hij zal komen werken als hij nog leeft, en dan op de werkvloer een zelfmoord poging zal doen. Op 21 maart 2022 wendt [naam 1] zich zelfs tot het hoogste management van Tesla, waaronder [naam 4] , waarin hij zijn neiging om zelfmoord te plegen herhaalt en uitdrukking geeft aan de wanhoop die hij voelt. Diezelfde wanhoop was volgens de heer [naam 5] ook kenbaar tijdens het incident van 25 april 2022. Tussen [naam 2] en de bedrijfsarts heeft voorafgaand aan 25 april 2022 nog contact plaatsgevonden over de zelfmoordneigingen van [naam 1] , waarin de bedrijfsarts aangaf dat hij [naam 1] al had geadviseerd adequate hulp te zoeken, waarbij Tesla een versnellende rol zou kunnen spelen.
5.7.
Uit de voorgeschiedenis die zich tussen partijen heeft voorgedaan kan derhalve worden afgeleid dat [naam 1] arbeidsongeschikt was en er concrete aanwijzingen waren dat deze arbeidsongeschiktheid mogelijk (ook) een psychische achtergrond had. [naam 1] heeft bij zijn verweerschrift de bevestiging van een intakegesprek bij Fivoor, een instelling voor forensische en intensieve psychiatrische zorg, ingebracht. Daaruit blijkt dat [naam 1] via zijn huisarts is aangemeld bij Fivoor en dat er een tweetal gesprekken met een GZ- psycholoog zullen plaatsvinden. [naam 1] heeft ter zitting toegelicht dat de psycholoog tijdens de intake had gesproken over voorschrijven van bepaalde medicatie en een verwijzing naar een psychiater, maar de kantonrechter beschikt niet over schriftelijke stukken die dat onderbouwen. Het intakegesprek bij Fivoor vond twee dagen voor de zitting plaats. Het tweede gesprek stond gepland op 26 augustus 2022, een datum gelegen na de zitting. [naam 1] heeft aangeboden het oordeel van zijn behandelaar te overleggen zodra dit beschikbaar is, waarbij -indien gewenst- aan de behandelaar verzocht kan worden zich uit te laten over de relatie tussen de ziekte van [naam 1] en het incident bij de bedrijfsarts.
5.8.
Artikel 22 Rv bepaalt dat de kantonrechter in alle gevallen en in elke stand van de procedure een partij kan bevelen bepaalde stellingen toe te lichten of bepaalde op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen. De kantonrechter maakt gebruik van deze bevoegdheid, en beveelt [naam 1] binnen de in het dictum bepaalde termijn een oordeel van de behandelend GZ- psycholoog van Fivoor in het geding te brengen, waaruit een diagnose van [naam 1] en het eventuele verband tussen de diagnose en het incident op 25 april 2022 blijken.
5.9.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing in beide zaken aan.
Voorlopige voorziening
5.10.
Met betrekking tot de gevraagde voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv overweegt de kantonrechter als volgt. Het verzoek van [naam 1] hangt samen met de hoofdvordering, nu in de hoofdzaak is verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen. Het spoedeisend belang van [naam 1] bij de vordering is gelegen in de aard van de vordering en is ook niet betwist door Tesla.
5.11.
Voor toewijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening is vereist dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat het verzoek in de hoofdzaak zal worden toegewezen. Uit hetgeen in het kader van de beoordeling van de hoofdzaak is overwogen, blijkt dat voor het oordeel of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven bepalend is of vast komt te staan dat, kort gezegd, [naam 1] heeft gehandeld onder invloed van een psychische stoornis en verwijtbaarheid als gevolg daarvan (zo goed als) ontbreekt. In deze stand van de procedure valt nog niet te voorspellen welke kant dat oordeel uitvalt. Gelet op deze onzekerheid en het feit dat de eindbeschikking in de hoofdzaak niet lang meer op zich zal laten wachten, ziet de kantonrechter reden om de voorlopige voorziening te weigeren.
5.12.
[naam 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de kant van Tesla begroot op nihil, gelet op het feit dat de behandeling van de voorlopige voorziening niet tot op de hoofdzaak aanvullende proceshandelingen heeft geleid.

6.De beslissing

De kantonrechter:
In de zaak met nummer 9937625 AZ VERZ 22-47
In de hoofdzaak
6.1.
beveelt [naam 1] om
binnen twee weken na de datum van dit vonnisaan de kantonrechter en de wederpartij toe te zenden een oordeel van de behandelend GZ-psycholoog van Fivoor waaruit een diagnose van [naam 1] en het eventuele verband tussen de diagnose en het incident op 25 april 2022 blijken,
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan,
In de voorlopige voorziening procedure:
6.3.
wijst de vordering af,
6.4.
veroordeelt [naam 1] in de proceskosten, aan de kant van Tesla begroot op nihil,
In de zaak met nummer 9776217 AZ VERZ 22-25
6.5.
houdt iedere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022.