ECLI:NL:RBZWB:2022:5784

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
9695947 CV EXPL 22-655
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cessie van factuur tandarts en de rechtsgeldigheid van de overdracht

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een openstaande factuur van € 201,41 van gedaagde, die een behandeling had ondergaan bij een tandarts. Infomedics stelde dat de vordering rechtsgeldig was overgedragen aan hen door de tandarts, maar gedaagde betwistte de rechtsgeldigheid van deze cessie. De kantonrechter oordeelde dat Infomedics onvoldoende bewijs had geleverd voor een rechtsgeldige cessie, aangezien de akte van cessie niet aantoonde dat de tandarts een van de volmachtgevers was. Bovendien was de vermelding op de factuur dat de vordering was overgedragen aan Infomedics onjuist, omdat deze aan Finance was overgedragen. De rechter concludeerde dat Infomedics geen vorderingsrecht toekwam en wees de vordering af. Infomedics werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 150,00, en er werd een bedrag van € 37,50 aan nakosten toegewezen, met de mogelijkheid van bijkomende kosten bij betekening van het vonnis. Het vonnis werd uitgesproken op 5 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9695947 CV EXPL 22-655
vonnis d.d. 5 oktober 2022
inzake
de besloten vennootschap INFOMEDICS B.V, mede handelend onder de namen INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES en
INFOMEDICS DFA,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. I.A.C. Cools, advocaat te Tilburg.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 20 januari 2022, met producties;
b. de conclusie van antwoord, met productie;
c. de conclusie van repliek, met productie;
d. de conclusie van dupliek.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres (verder te noemen Infomedics) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 201,41, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2022 totdat de vordering helemaal betaald is, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] uit hoofde van de met tandarts [Naam] (hierna: de tandarts) gesloten behandelingsovereenkomst gehouden is tot betaling van de kosten van de door hem uitgevoerde medische behandeling. De vordering is door de tandarts overgedragen aan Infomedics Finance B.V, zodat [gedaagde] het openstaande bedrag aan Infomedics verschuldigd is, alsmede de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Infomedics in de proceskosten en in de nakosten. [gedaagde] voert als meest verstrekkende verweren dat niet is gebleken van een rechtsgeldige cessie van de vordering en dat Infomedics niet gerechtigd is om tot invordering over te gaan. Zelfs al zou wel sprake zijn van een rechtsgeldige cessie, dan had Infomedics Finance B.V. (hierna: Finance) de eisende partij moeten zijn en niet Infomedics, aldus [gedaagde] .
2.3
Op grond van artikel 3:94 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW) moet een rechtsgeldige cessie aan twee constitutieve vereisten voldoen: een akte van cessie en een mededeling daarvan aan de debiteur. In artikel 3:94 lid 4 BW is bepaald dat de personen tegen wie het recht moet worden uitgeoefend, kunnen verlangen dat hun een door de vervreemder gewaarmerkt uittreksel van de akte en haar titel ter hand wordt gesteld.
2.4
Infomedics heeft als productie 3 een akte van cessie in het geding gebracht, waaruit blijkt dat Finance met “Volmachtgevers” een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan ieder van de Volmachtgevers gehouden is de vordering over te dragen aan Finance. Infomedics stelt dat de tandarts tot de volmachtgevers behoort, hetgeen [gedaagde] heeft betwist. De kantonrechter stelt vast dat uit de akte van cessie niet kan worden afgeleid of de tandarts een van de Volmachtgevers is. Andere stukken waaruit dit zou kunnen worden afgeleid, ontbreken. Infomedics stelt daarnaast dat voor [gedaagde] voldoende duidelijk is dat sprake is van een cessie door de tandarts, omdat op de facturen is vermeld dat hij de vordering heeft overgedragen aan Infomedics. De kantonrechter constateert met [gedaagde] dat dit niet het geval is, op de factuur staat immers vermeld dat de vordering is overgedragen aan Finance en niet aan Infomedics. Op grond van het vorenstaande heeft Infomedics onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat sprake is van een rechtsgeldige cessie tussen haar en de zorgverlener.
2.5
Ook een (volgende) cessie van de vordering door Finance aan Infomedics, of een lastgeving door de tandarts aan Infomedics om de vordering te innen, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter niet uit de overeenkomst van cessie en blijkt ook overigens niet uit de overige stukken. De omstandigheid dat [gedaagde] middels de factuur en eerdere facturen in kennis is gesteld van de cessie aan Finance en de vermelding op de factuur dat aan Infomedics opdracht is gegeven om de vordering te innen, doen daaraan niet af. Infomedics stelt bij dagvaarding weliswaar dat zij als lasthebber geldt en zij als lasthebber de vordering op eigen naam dient te innen, maar gezien het gemotiveerde verweer van [gedaagde] had het op de weg van Infomedics gelegen om uiterlijk bij conclusie van repliek met stukken te onderbouwen dat daadwerkelijk van een dergelijke lastgeving sprake is. Dat heeft Infomedics niet gedaan.
2.5
De slotsom is dat aan Infomedics geen vorderingsrecht toekomt, dat de vordering om genoemde reden zal worden afgewezen en dat de kantonrechter niet toekomt aan een bespreking van de inhoudelijke verweren tegen de vordering.
2.6
Infomedics wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Dit betekent dat zij haar eigen proceskosten moet dragen en dat zij de proceskosten van [gedaagde] aan hem moet betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden vastgesteld op € 150,00
(2 maal € 75,00) aan salaris gemachtigde.
2.7
De gevorderde nakosten acht de kantonrechter toewijsbaar. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 124,00), zijnde een bedrag van € 37,50. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend.

3.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Infomedics in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden vastgesteld op € 150,00 als salaris voor de gemachtigde van [gedaagde] ;
veroordeelt Infomedics, onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [gedaagde] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 37,50 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
verklaart de (proces)kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hindriks en in het openbaar uitgesproken op
5 oktober 2022.