ECLI:NL:RBZWB:2022:5790
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Ebben
- Rechtspraak.nl
Diergeneeskundige overeenkomst en geschil over verrichte werkzaamheden
In deze zaak vordert de Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde, betaling van € 500,00 van gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een diergeneeskundige overeenkomst die op 15 april 2021 tot stand is gekomen, waarbij de universiteit zorg en medicatie heeft verstrekt voor het paard van gedaagde. Gedaagde heeft erkend dat de universiteit diergeneeskundige zorg heeft geboden, maar stelt dat hij slechts opdracht heeft gegeven voor een consult en echografie van het hart van het paard, en dat de universiteit meer werkzaamheden heeft verricht dan overeengekomen. De universiteit heeft een factuur van € 462,13 gestuurd, die onbetaald is gebleven, en vordert nu betaling van een deel van het factuurbedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst voor diergeneeskundige behandeling is gesloten, maar partijen zijn verdeeld over de vraag of de overeenkomst ook de resterende werkzaamheden dekt. De universiteit heeft in de conclusie van repliek onderbouwd welke werkzaamheden zijn verricht, en gedaagde heeft betwist dat hij heeft ingestemd met het bloedonderzoek. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de stellingen van de universiteit niet voldoende heeft weersproken en wijst de volledige hoofdsom toe, met uitzondering van het restant van de vordering. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, aangezien deze in overeenstemming zijn met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 385,22.
Het vonnis is uitgesproken op 29 juni 2022 door mr. Ebben en is uitvoerbaar bij voorraad.