ECLI:NL:RBZWB:2022:5824
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Voorn
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondertoezichtstelling van minderjarigen na onuitvoerbaarheid van de maatregel
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2022 uitspraak gedaan over de opheffing van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 25 maart 2021 en verlengd tot 25 maart 2023. De gecertificeerde instelling (GI) had verzocht om opheffing van de ondertoezichtstelling, omdat de ontwikkelingsbedreiging nog wel aanwezig was, maar er feitelijk geen verdere resultaten van de ondertoezichtstelling te verwachten waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarigen niet bereid waren om samen te werken met de GI, wat de uitvoering van de ondertoezichtstelling praktisch onuitvoerbaar maakte.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de minderjarigen als de ouders gehoord. De minderjarigen gaven aan dat het goed met hen ging en dat zij niet wilden dat de GI zich nog met hen bemoeide. De GI maakte zich echter zorgen over de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie, gezien het huiselijk geweld dat had plaatsgevonden en het gebrek aan samenwerking van de ouders. De kinderrechter concludeerde dat de situatie van de minderjarigen niet verbeterde en dat de ondertoezichtstelling niet langer effectief was. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling op te heffen, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De kinderrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de belangen van de minderjarigen voorop staan en dat het voortduren van de ondertoezichtstelling hen mogelijk meer zou schaden dan de huidige situatie. De ouders hebben aangegeven niet te willen samenwerken met de GI en hebben zelfs aangifte gedaan tegen de organisatie. De kinderrechter heeft de zaak gesloten met de beslissing om de ondertoezichtstelling op te heffen, met ingang van 15 september 2022.