ECLI:NL:RBZWB:2022:61

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 januari 2022
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
AWB- 21_4098
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter in verzoek om onafhankelijk onderzoek naar onrechtmatige handelingen

Op 7 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, een inwoner van [plaatsnaam], diverse overheidsinstanties heeft benaderd over vermeende onrechtmatige handelingen jegens hem en zijn kinderen. Eiser heeft in de loop der jaren verschillende verzoeken ingediend, waaronder een verzoek aan de burgemeester van Tilburg op 12 maart 2021 om gehoord te worden over deze handelingen. De burgemeester heeft echter geen aanleiding gezien voor nader onderzoek. Eiser heeft ook een petitie ingediend bij de burgemeester van [plaatsnaam] op 29 juni 2021, maar hierop is geen reactie gekomen.

Op 21 september 2021 heeft eiser de rechtbank verzocht om het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente [plaatsnaam], het Openbaar Ministerie parket Breda en het ministerie van Justitie en Veiligheid op te dragen een onafhankelijk onderzoek in te stellen. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat zij kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep van eiser. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer zij onbevoegd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen besluit in de zin van de Awb is overgelegd door eiser, waardoor het beroep niet gericht is tegen een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er ook voor het verzoek van eiser een publiekrechtelijke grondslag ontbreekt, wat leidt tot de conclusie dat zij onbevoegd is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4098

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 januari 2022 in de zaak van

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser.

Procesverloop

Eiser heeft vanaf 2005 diverse overheidsinstanties benaderd betreffende gestelde onrechtmatige handelingen jegens hem en/of zijn kinderen. Verzoeken om daarnaar onderzoek in te stellen, onder meer door de Nationale Ombudsman, zijn afgewezen.
Eiser heeft op 12 maart 2021 de burgemeester van de gemeente Tilburg verzocht om ontvangen en gehoord te worden inzake de – volgens eiser – jarenlange onrechtmatige handelingen gepleegd vanuit het Veiligheidshuis [plaatsnaam] . Bij brief van 23 maart 2021 heeft de burgemeester aangegeven geen aanleiding te zien om een nader onderzoek in te stellen.
Op 29 juni 2021 heeft eiser een petitie ingediend bij de burgemeester van [plaatsnaam] met het verzoek om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de handelingen van de organisaties die zijn aangesloten bij het Veiligheidshuis [plaatsnaam] . Op deze petitie is geen reactie ontvangen.
Eiser heeft op 21 september 2021 de rechtbank verzocht om het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente [plaatsnaam] , het Openbaar Ministerie parket Breda en het ministerie van Justitie en Veiligheid op te dragen een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de handelingen van de organisaties die zijn aangesloten bij het Veiligheidshuis [plaatsnaam] , slachtoffers te laten horen en een advies uit te brengen, het advies uit te voeren en schade te vergoeden.

Overwegingen

Omdat de bestuursrechter kennelijk onbevoegd is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de bestuursrechter kennelijk onbevoegd is.
Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Dit staat in artikel 8:1 van de Awb.
In artikel 1:3, eerste lid, van de Awb staat uitgelegd wat onder een besluit wordt verstaan. Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Bij de door eiser overgelegde stukken bevindt zich geen besluit in de zin van de Awb. De rechtbank stelt vast dat het beroep van eiser dan ook niet is gericht tegen een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit in de zin van de Awb. De rechtbank merkt daarnaast op dat ook voor het verzoek van eiser een publiekrechtelijke grondslag ontbreekt.
De rechtbank is dan ook kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het beroep.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 7 januari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.