ECLI:NL:RBZWB:2022:61
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter in verzoek om onafhankelijk onderzoek naar onrechtmatige handelingen
Op 7 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, een inwoner van [plaatsnaam], diverse overheidsinstanties heeft benaderd over vermeende onrechtmatige handelingen jegens hem en zijn kinderen. Eiser heeft in de loop der jaren verschillende verzoeken ingediend, waaronder een verzoek aan de burgemeester van Tilburg op 12 maart 2021 om gehoord te worden over deze handelingen. De burgemeester heeft echter geen aanleiding gezien voor nader onderzoek. Eiser heeft ook een petitie ingediend bij de burgemeester van [plaatsnaam] op 29 juni 2021, maar hierop is geen reactie gekomen.
Op 21 september 2021 heeft eiser de rechtbank verzocht om het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente [plaatsnaam], het Openbaar Ministerie parket Breda en het ministerie van Justitie en Veiligheid op te dragen een onafhankelijk onderzoek in te stellen. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat zij kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep van eiser. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer zij onbevoegd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen besluit in de zin van de Awb is overgelegd door eiser, waardoor het beroep niet gericht is tegen een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er ook voor het verzoek van eiser een publiekrechtelijke grondslag ontbreekt, wat leidt tot de conclusie dat zij onbevoegd is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.