ECLI:NL:RBZWB:2022:6125

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
21 oktober 2022
Zaaknummer
AWB- 22_3689
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

Op 20 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 14 juni 2022, waarbij zijn bezwaar tegen het plaatsen van een toelichtend tekstbordje bij een standbeeld niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet tijdig had betaald. De griffier had de eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brieven te betalen, maar de eiser heeft dit verzuimd zonder enige verontschuldiging. Hierdoor was er geen mogelijkheid om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/3689

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam 1] , eiser

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 14 juni 2022 (het bestreden besluit) beroep ingesteld. Bij dit besluit is eisers bezwaar tegen het besluit tot het plaatsen van een toelichtend tekstbordje bij het standbeeld van [naam standbeeld] in het [adres] te [plaatsnaam 2] niet-ontvankelijk verklaard.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 26 augustus 2022 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van B.C. van Sprundel-Thelosen, griffier op 20 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.