Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 juni 2021;
- de akte overlegging nadere producties en productielijst d.d. 6 december 2021 van de zijde van Ontdekkracht c.s.;
- de conclusie van antwoord in reconventie d.d. 31 december 2021;
- de akte houdende nadere producties d.d. 24 februari 2022 van de zijde van Ontdekkracht c.s.;
- de akte houdende nadere productie d.d. 28 april 2022 van de zijde van [eiser] c.s.;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 17 mei 2022 en 14 juni 2022.
2.De feiten
Op 1 januari 2018 zijn mijn vennootschap [eiser] Accountancy BV en ik met Ontdekkracht Accountants & Adviseur BV, vooruitlopend op een beoogde fusie, samengevoegd vanuit Goirle gaan werken.
”
Op 1 januari 2018 zijn mijn vennootschap [eiser] Accountancy BV en ik met Ontdekkracht Accountants & Adviseur BV, vooruitlopend op een beoogde fusie, samengevoegd vanuit Goirle gaan werken.
”
3.Het geschil
in conventie
- I) Ontdekkracht tot betaling van € 12.100,= aan [eiseressen] , vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- II) [gedaagde] tot betaling van € 75.000,= aan [eiseressen] , vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- III) Ontdekkracht tot betaling van € 195.298,= aan [eiser] vermeerderd met wettelijke handelrente.
- IV) Ontdekkracht c.s. in de kosten van deze procedure.
- I) Ontdekkracht de tussen [eiseressen] en Ontdekkracht gesloten overeenkomst tot betaling van een managementvergoeding moet nakomen. managementvergoeding over de maand september 2019 onbetaald heeft gelaten.
- II) [gedaagde] de tussen [eiseressen] en [gedaagde] gesloten overeenkomst van geldlening moet nakomen.
- III) Ontdekkracht de tussen [eiser] en Ontdekkracht gesloten rekening-courant overeenkomst moet nakomen.
- I) € 95.722,= inzake personeelskosten, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- II) € 72.325,35 inzake overheadkosten, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- III) € 64.006,68 inzake de verplichting tot doorstorten van de omzet over het jaar 2019, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- IV) € 164.535,35 inzake goodwill als gevolg van toetreding tot Ontdekkracht BV, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- V) € 1.000,= inzake het restant van de geldleningsovereenkomst [gedaagde] BV, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- VI) € 119.691,= inzake goodwill over de portefeuille [naam 3] , vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- VII) € 107.054,79 inzake goodwill over nieuwe klanten, vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- VIII) € 3.775,= inzake onderfacturatie [naam 7] , vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- IX) € 12.177,50 inzake Autobedrijf [naam 5] vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- X) € 37.500,= inzake de kosten verbonden aan de beeindiging van de arbeidsverhouding met [naam 6] , vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- XI) De kosten van deze procedure.
- I) in de periode van 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 gebruik heeft gemaakt van personeel van Ontdekkracht c.s. en dat deze op grond van de samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen door [eiser] c.s. gedragen moeten worden.
- II) in de periode van 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 gebruik heeft gemaakt van personeel van Ontdekkracht c.s. en dat de overhead kosten op grond van de samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen door [eiser] c.s. gedragen moeten worden.
- III) de tussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de samenwerking moet nakomen.
- IV) de tussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de samenwerking moet nakomen.
- V) De tussen partijen gesloten overeenkomst van geldlening dient na te komen.
- VI) De tussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de samenwerking moet nakomen. Subsidiair legt Ontdekkracht c.s. onrechtmatige daad aan haar vordering ten grondslag.
- VII) De tussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de samenwerking moet nakomen. Subsidiair legt Ontdekkracht c.s. onrechtmatige daad aan haar vordering ten grondslag.
- VIII) Een onrechtmatige daad heeft gepleegd.
- IX) Een onrechtmatige daad heeft gepleegd.
- X) de tussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de samenwerking moet nakomen.
4.De beoordeling
langlopende schuldenstaan vermeld, maakt dat niet terstond nakoming kan worden gevorderd. Het was immers de bedoeling van partijen om een langlopende lening te verstrekken voor de financiering van het onroerend goed. De vordering van [eiseressen] moet om die reden worden afgewezen.