Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
2. op 17 september 2019 samen met een ander of met anderen heeft geprobeerd in Tilburg brand te stichten aan een Volkswagen Up met kenteken [kenteken 2] , dan wel dit feit heeft uitgelokt of hieraan medeplichtig is geweest. Meest subsidiair wordt verdachte in verschillende juridische varianten verweten dat hij heeft geprobeerd om deze auto te vernielen;
3. op 24 september 2022 in Tilburg een brandstichting aan een Volkswagen Up met kenteken [kenteken 2] heeft uitgelokt, waarbij er gemeen gevaar voor een andere auto is ontstaan. Subsidiair is dit feit eveneens als uitlokking ten laste gelegd en meer subsidiair als medeplichtigheid.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 6 juli 2019 te Tilburg opzettelijk brand heeft gesticht aan een personenauto, te weten een Daihatsu ( [kenteken 1] ), ten gevolge waarvan voornoemde personenauto, welke geparkeerd stond aan de Mascagnistraat , is verbrand en daarvan gemeen gevaar voor een andere personenauto, te weten een Opel ( [kenteken 3] ), te duchten was;
Primair:
op 17 september 2019 te Tilburg ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk brand te stichten aan een personenauto, te weten een Volkswagen Up ( [kenteken 2] ) welke geparkeerd stond aan de Mascagnistraat , terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel van voornoemde personenauto te duchten zou zijn geweest, met dat opzet met zijn mededader naar voornoemde personenauto is toegegaan, waarna zijn mededader vervolgens een hoeveelheid benzine over voornoemde personenauto heeft gegooid/gegoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. meer subsidiair:
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode 17 september 2019 tot en met 24 september 2019 te Tilburg, opzettelijk behulpzaam is geweest en inlichtingen heeft verschaft, door:
- [medeverdachte 3] via een communicatiedienst te benaderen en
- informatie over de locatie van het in brand te steken object te verschaffen en
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
- € 135,=: vanaf 6 juli 2019;
- € 135,=: vanaf 24 september 2019;
- € 293,97: vanaf 30 september 2019.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 120 uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
60 dagen;
een jeugddetentie van 72 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[aangever 3]van
€ 1.050.=,waarvan € 500,= aan materiële schade en € 550,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[aangever 3](feit 1),
€ 1.050,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[aangever 1]van
€ 550,=aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[aangever 1] (feiten 1, 2 en 3), € 550,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[aangever 4]van
€ 1.013,97,waarvan € 563,97 aan materiële schade en € 450,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente als hierna weergegeven tot aan de dag der algehele voldoening:
- de wettelijke rente over € 135,=: vanaf 6 juli 2019;
- de wettelijke rente over € 135,=: vanaf 24 september 2019;
- de wettelijke rente over € 450,=: vanaf 24 september 2019;
- de wettelijke rente over € 293,97: vanaf 30 september 2019;
[aangever 4](feit 1, 2 en 3),
€ 1.013,97te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als hierna weergegeven tot aan de dag der algehele voldoening:
- de wettelijke rente over € 135,=: vanaf 6 juli 2019;
- de wettelijke rente over € 135,=: vanaf 24 september 2019;
- de wettelijke rente over € 450,=: vanaf 24 september 2019;
- de wettelijke rente over € 293,97: vanaf 30 september 2019;
[aangever 2] van
[aangever 2] , € 550,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;