Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
Met een grote duurzaamheidsambitie en in overleg met Bureau Monumenten en Archeologie heeft [bedrijf 1] het pand intensief gerenoveerd en ervoor gezorgd dat dit gebouw toekomstbestendig is en weer gebruikt kan worden als hoogwaardig kantoor.” En:
De vele ingrijpende verbouwingen in het pand hebben een onoverzichtelijk en onsamenhangend geheel veroorzaakt. De visie was om het gebouw weer de luxe te laten uitstralen die ooit bedoeld was in het pand. Een luxe kantoorpand in deze tijd moet een
[het pand] is sinds de zomer van 2019 het hoofdkantoor van [bedrijf 2] . (…) Het startpunt van het design proces begon met het herdefiniëren van het concept "kantoorruimte". Tegenwoordig, meer dan ooit tevoren, is ons werkende leven verweven met ons persoonlijke leven. Het doel was daarom om bij [bedrijf 2] een werkomgeving te creëren die aanvoelt als thuis. Een plek om te werken, te socializen, te relaxen etc.” En:
De grootste architectonische ingreep vond plaats op de bovenste verdieping (4e verdieping). Hier werd de achterste facade vervangen door glas en grote skylights, die nu de verdieping belichten waar " [bedrijf 2] " plaatsvindt; een co -working space waar werknemers kunnen samenkomen voor meetings, lunch en vieringen. Vanaf een hoger gelegen koepel is er een 360 graden uitzicht over [plaats 2] . Deze koepel is voornamelijk bestemd voor stille meditatie en wordt vervolgens gebruikt als shared community ruimte.
Bij het ontwerpen van het Hoofdkantoor van [bedrijf 2] werd ons meegegeven het project toekomstbestendig te ontwerpen. Dat wil zeggen; Het wordt nu gebruikt als een kantoor maar grotendeels gebouwd naar de maatstaven van een woonhuis met een
Op iedere verdieping zijn natte groepen aangebracht waardoor het maken van bad-, of wasruimtes eenvoudig te realiseren is. (…) Tevens is heeft elke verdieping een eigen ondersteunende CV-installatie en intercomsysteem.”
woningen en woningbouwcomplexen”, subcategorie “
Woonhuis (K)” en functie “
Woonhuis”.
Het behoort tot de allergrootste grachtenpanden en is gebouwd naar ontwerp van de Brugse architect Liborius Druck in 1772. Zoals zovele andere panden, is het pand vele malen verkocht, waarna het in de loop der tijden heeft gefunctioneerd als weeshuis en als kantoor. Vanzelfsprekend zijn er onderdelen vernieuwd: er is geen enkel pand in [plaats 2] gaaf uit de bouwtijd bewaard gebleven. Desondanks vertoont het pand nog steeds alle karakteristieken van een woonhuis. Grote delen van de hoofddraagconstructie bestaande uit gevels, muren, balklagen en kappen zijn nog oorspronkelijk. In de plattegronden van alle verdiepingen is de karakteristieke middengang nog aanwezig, terwijl op de beletage nog vele afwerkingen uit de bouwtijd aanwezig zijn, passend bij de functie van een woonhuis.
3.Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1. De belasting bedraagt 6 percent.
2.3.3. In artikel 14, lid 2, Wbr noch elders heeft de wetgever nader omschreven wat bij de toepassing van dit wettelijk voorschrift moet worden verstaan onder ‘woning’. Zoals is uiteengezet in de bijlage bij de conclusie van de Advocaat-Generaal kan uit de wetsgeschiedenis slechts worden opgemaakt dat de wetgever voor ogen had bij de heffing van overdrachtsbelasting voor het lage tarief in aanmerking te laten komen het bouwwerk dat ‘naar zijn aard bestemd is voor bewoning’. De wetsgeschiedenis geeft dan ook geen aanknopingspunt om aan te nemen (zoals het middel lijkt te doen) dat de wetgever voor de toepassing van artikel 14, lid 2, Wbr heeft willen aansluiten bij de rechtspraak met betrekking tot artikel 220a, lid 2, Gemeentewet, waarin mede doorslaggevend is geacht dat het pand naar aard en inrichting niet alleen bestemd maar ook geschikt is om als woning te dienen.