ECLI:NL:RBZWB:2022:625

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
02-393177 JE RK 21-2630
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. Pellikaan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

Op 21 januari 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van een 12-jarig meisje, hierna te noemen [minderjarige], die onder voogdij is gesteld van de Gecertificeerde Instelling (GI). De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, tot 26 april 2022. De GI had verzocht om deze machtiging, omdat [minderjarige] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder hechtingsproblematiek en een disharmonisch intelligentieprofiel. De kinderrechter benadrukte dat gesloten jeugdhulp als ultimum remedium moet worden ingezet en dat er alles aan gedaan moet worden om de plaatsing zo kort mogelijk te laten duren.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] zich niet goed voelt op de huidige groep bij de jeugdzorgplus aanbieder Pactum, waar zij sinds oktober 2021 verblijft. De onrust op de groep heeft een negatieve impact op haar ontwikkeling en welzijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog geen perspectiefbiedende plek voor [minderjarige] is gevonden, ondanks de inspanningen van de GI en de betrokken hulpverleners. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk drie weken voor de volgende zitting te rapporteren over de voortgang en het toekomstperspectief van [minderjarige].

De kinderrechter heeft de noodzaak van de machtiging onderstreept, maar ook het belang van een snelle doorplaatsing naar een geschikte, open plek. De kinderrechter heeft de betrokken partijen aangespoord om actief deel te nemen aan het overleg van de experttafel, zodat er snel duidelijkheid komt over de toekomst van [minderjarige]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/393177 / JE RK 21-2630
Datum uitspraak: 21 januari 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

de Gecertificeerde Instelling, hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Tilburg,
betreffende

[naam 1],

geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige],
advocaat: mr. P. Doorakkers, te Dongen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige], voornoemd,

RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,

hierna te noemen: de Raad,
gevestigd te Breda.
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam 2],

hierna te noemen de moeder,
wonende te Tilburg.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 23 december 2021, ingekomen bij de griffie op 27 december 2021;
- de verklaring d.d. 23 december 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmingsverklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper d.d.
17 januari 2022.
Op 21 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige], die ook apart is gehoord, bijgestaan door mr. P. Doorakkers;
- een vertegenwoordiger van de Raad;
- een vertegenwoordiger van de GI.
[minderjarige] heeft de mondelinge behandeling bijgewoond via een digitale verbinding met MS Teams.

De feiten

Bij beschikking van 25 april 2019 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 19 juli 2021 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] verleend tot 26 oktober 2021. Het resterende verzoek van de GI is aangehouden. Bij beschikking van 13 oktober 2021 heeft de kinderrechter het resterende verzoek toegewezen tot 26 januari 2022.
[minderjarige] verblijft bij Pactum in Zetten.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

De standpunten

De GI heeft ter toelichting op het verzoek aangegeven dat uit het intelligentie onderzoek (oktober 2021) naar voren is gekomen dat er bij [minderjarige] sprake is van een disharmonisch intelligentieprofiel. [minderjarige] heeft een zeer belast verleden en heeft moeite met het aangaan en onderhouden van contacten. Dit kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en zich weinig geliefd voelen. [minderjarige] heeft een sterke wil om alles alleen te willen doen. Gezien haar eigen problemen, naast haar forse hechtingsproblematiek, is zij geneigd om afstand te nemen van anderen. Zij is niet in staat tot het aangaan en onderhouden van wederkerige stabiele en niet instrumentele relaties met anderen. Verder heeft zij een chronisch hoge angst voor sociale situaties en negatieve faalangst. Op sociaal-emotioneel vlak is [minderjarige] jonger dan haar kalenderleeftijd. Dit is een discrepantie op het vastgestelde intelligentievermogen waardoor risico op overvraging aanwezig is en mogelijk een bijdrage kan leveren aan de onderliggende gevoelens van frustratie en gemis aan verbinding. Verder zijn de eerdere diagnoses ADD, hechtingsstoornis en trauma opnieuw bevestigd na een observatiediagnostiek binnen Pactum Jeugzorgplus. Geadviseerd door Pactum is om [minderjarige] te plaatsen op een perspectiefbiedende plek binnen een vorm van (behandel)gezinshuis plus. Het dient een kleinschalige woonvorm te zijn waar specialistische kennis over hechting en trauma aanwezig is. Om [minderjarige] voor te bereiden op meer vrijheid is zij op 15 oktober 2021 overgeplaatst naar een besloten behandelgroep op het terrein van Pactum. Er wordt gezocht naar een zorgaanbieder in de regio van de tante van [minderjarige] naar aanleiding van een eerder gegeven advies. Gezien de complexe problematiek van [minderjarige] is er regionaal besloten haar in te brengen tijdens een experttafel. Hier zijn verschillende hulpaanbieders betrokken en de bedoeling is dat ook Pactum betrokken wordt. Daarnaast heeft in november 2021 na twee jaar een eerste contact tussen [minderjarige] en haar halfzusje, oom en tante plaatsgevonden. Dit contact vindt onder begeleiding van de groepsleiding maandelijks plaats en er is eenmaal per twee maanden contact met de moeder. Hoewel [minderjarige] stappen heeft gezet binnen haar behandeling is Pactum van mening dat zij nog kan profiteren van de behandeling in het gesloten kader, waarbij vooral gewerkt wordt aan het bespreken van emoties, het reguleren van emoties en spanningen en het leren omgaan met gezag, instructies en regels. De GI ondersteunt het advies van Pactum met daarbij als belangrijkste doel dat [minderjarige] wordt ingebracht tijdens de experttafel in de regio van haar tante zodat er naar haar perspectief gewerkt kan worden. De GI ziet het belang van [minderjarige] om zo snel mogelijk naar openheid te gaan, maar de hulpvraag van [minderjarige] vraagt om expertise en aandacht om haar goed te begeleiden naar haar perspectief toe. De GI wil voorkomen dat [minderjarige] negatieve ervaringen zal krijgen wanneer hier niet secuur mee wordt omgegaan.
De voogdijwerker van de GI heeft tijdens de mondelinge behandeling hier nog aan toegevoegd dat ondanks meerdere nadrukkelijke verzoeken hiertoe Pactum tot op heden niet is aangesloten bij het overleg van de experttafel. Eerder was de behandelcoördinator mevrouw De Jonge verhinderd in verband met een vrije dag en later in verband met vakantie. De GI heeft gevraagd of een ander namens haar zou kunnen deelnemen aan het overleg, maar dit werd niet mogelijk geacht. Momenteel heeft de GI op managementniveau een verzoek aan Pactum gedaan om aan te sluiten bij het overleg van de experttafel, maar op dat verzoek is nog geen reactie gekomen van Pactum. Begin februari, te weten op 3 of 8 februari 2022, zal er weer een overleg plaatsvinden. Hopelijk zal de behandelcoördinator van Pactum dan wel aansluiten. De GI acht het van belang dat er zo snel mogelijk stappen worden gezet om [minderjarige] op een geschikte plek te laten verblijven in de regio van haar familie.
[minderjarige] heeft, daartoe eveneens afzonderlijk gehoord in het bijzijn van haar advocaat, verklaard dat een langer verblijf op de huidige groep absoluut niet goed voor haar is. Omdat het beter met haar ging, is zij overgeplaatst naar een andere groep, maar hoewel het eerst beter met haar ging, gaat het nu niet goed en gaat zij steeds verder achteruit. [minderjarige] wil niet langer op deze groep verblijven. De onrust op deze groep maakt dat zij zich niet verder kan ontwikkelen. Hoewel [minderjarige] begrijpt dat er op dit moment nog geen plek voor haar is in een gezinshuis, is het moeilijk voor haar om te accepteren dat zij op deze groep moet blijven. Als ze dan niet doorgeplaatst kan worden, dan wil zij liever naar een andere groep. [minderjarige] heeft een enorme behoefte aan rust. Er zijn voor haar geen mogelijkheden voor verlof, waardoor ze ook niet op andere wijze haar rustmomenten kan pakken. Zij heeft geen vertrouwen meer in de gang van zaken en geeft aan steeds verder beschadigd te raken.
De advocaat van [minderjarige] heeft aangegeven dat [minderjarige] een goed contact heeft met haar mentor bij Pactum. Gezien haar problematiek is dat een positief punt. [minderjarige] heeft grote stappen gezet en heeft zich daardoor positief ontwikkeld. Er zijn doelen behaald in het kader van haar behandeling en het contact met haar tante, halfzusje en moeder is opgestart. Ook wordt gezien dat het te druk is op de groep en dat de progressie van [minderjarige] mede hierdoor stagneert. [minderjarige] heeft behoefte aan rust en perspectief. Op dit moment is er nog steeds geen zicht op een vervolgplek voor [minderjarige] die perspectiefbiedend is. De advocaat begrijpt dat een doorplaatsing in de regio van de tante van [minderjarige] pas mogelijk is als [minderjarige] is besproken in het overleg van de experttafel. Het is echter een trieste constatering dat vanuit Pactum tot op heden niet is deelgenomen aan dat overleg, ondanks de grote inzet van de voogdijwerker van de GI. De advocaat deelt de visie van de GI dat er vanuit Pactum zo spoedig mogelijk deelgenomen moet worden aan de experttafel zodat de mogelijkheden van doorplaatsing naar een zorgaanbieder in de regio van de tante van [minderjarige] kunnen worden onderzocht. De advocaat verzet zich niet tegen een verlening van de machtiging voor de duur van drie maanden. Wel benadrukt hij dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen voor [minderjarige].
De vertegenwoordigster van de Raad heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat ook de Raad het gebrek aan perspectief ziet. De Raad kan zich vinden in een verlening van de machtiging voor de duur van drie maanden, maar in deze periode moet er wel een vervolgplaatsing geregeld worden. Het kan niet zo zijn dat [minderjarige] langer in de gesloten jeugdhulp blijft, omdat zij nergens anders terecht kan.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
[minderjarige] is een zeer kwetsbaar meisje dat al heel veel heeft meegemaakt in haar jonge leven.
Op 12 juli 2021 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor [minderjarige] in verband met complexe en ernstige gedragsproblematiek, waarna [minderjarige] geplaatst is bij de jeugdzorgplus aanbieder Pactum in Zetten. Vervolgens heeft de kinderrechter op 19 juli 2021 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 26 oktober 2021 en het resterende deel aangehouden. Bij beschikking van 13 oktober 2021 heeft de kinderrechter overwogen dat er weliswaar nog steeds sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, maar dat [minderjarige] al wel heel veel stappen in de goede richting heeft gezet. Omdat er nog ingezet moest worden op behandeling, op herstel van het contact met het netwerk en op het vinden van een geschikte plek waar [minderjarige] tot haar achttiende jaar kan blijven, heeft de kinderrechter het resterende deel van het verzoek toegewezen en nog een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 26 januari 2022, waarbij het streven was om binnen deze drie maanden een concrete plek in zicht te hebben voor [minderjarige].
[minderjarige] is op 15 oktober 2021 overgeplaatst naar een besloten behandelgroep op het terrein van Pactum. [minderjarige] heeft hier goed haar best gedaan, maar heeft heel veel last van de onrust op de groep. Hierdoor stagneert haar positieve ontwikkeling. [minderjarige] heeft in het gesprek met de gedragswetenschapper, alsook in het gesprek met de kinderrechter, aangegeven het niet vol te houden op deze groep. Door de drukte heeft ze paniekaanvallen. Er wordt in de groep regelmatig gevochten en ze is getuige van fixaties. Dit alles heeft een grote impact op haar welbevinden. De avonden kunnen soms ook erg onrustig zijn en soms duurt het naar haar zeggen wel drie kwartier voor er iemand naar haar kamer komt als ze een paniekaanval heeft. [minderjarige] zou graag overgeplaatst worden naar een andere groep waar rust heerst, maar dit bleek niet mogelijk te zijn. Aangezien er voor [minderjarige] ook geen verlofmogelijkheden zijn, kan zij zich ook niet op die manier tijdelijk aan de onrust op de groep onttrekken. [minderjarige] voelt zich vaak somber en krijgt een antidepressivum.
Blijkens de aanvulling op het trajectbehandelplan d.d. 23 december 2021 van de behandelcoördinator mevrouw F.N. de Jonge wordt op een groep gezien dat [minderjarige] met name bezig is met overleven en zich te wapenen. Pactum heeft een perspectiefbiedende plek binnen een gezinshuis plus voor [minderjarige] geadviseerd. Het dient een kleinschalige woonvorm te zijn waar specialistische kennis over hechting en trauma aanwezig is. In een kleinere setting waar aangesloten wordt bij de problematiek van [minderjarige] worden mogelijkheden gezien voor geleidelijk herstel. Tot het moment dat deze plek passend gevonden wordt, is van belang dat wordt aangevangen met behandeling binnen de Jeugdzorgplus, aldus de behandelcoördinator.
De kinderrechter betreurt dat het nog niet gelukt is een perspectiefbiedende plek voor [minderjarige] te vinden. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het door de GI ingezette traject wordt vertraagd doordat Pactum ondanks meerdere uitnodigingen daartoe nog steeds niet heeft deelgenomen aan het overleg van de experttafel. Al vanaf oktober 2021 wordt geprobeerd om de behandelcoördinator te laten aansluiten bij dit overleg. Volgens informatie van de ter zitting aanwezige voogdijwerker bleek de behandelcoördinator op de betreffende dag niet te werken en een andere dag bleek zij afwezig in verband met vakantie. Tegelijkertijd gaf de behandelcoördinator desgevraagd aan niet voor vervanging te kunnen zorgen vanwege de werkdruk van haar collega’s en omdat alleen zij als de behandelcoördinator voldoende kennis had van de situatie en problematiek van [minderjarige]. Ondanks grote inzet van de voogdijwerker van de GI heeft dit voor doorplaatsing noodzakelijke overleg tot op heden niet plaatsgevonden.
De kinderrechter acht deze gang van zaken onacceptabel. [minderjarige] is een meisje van 12 jaar, dat al op veel verschillende groepen heeft verbleven en inmiddels al lange tijd binnen de gesloten jeugdhulp verblijft. Het is van cruciaal belang dat [minderjarige] zo spoedig mogelijk kan doorstromen naar een passende perspectiefbiedende (open) plek. Niet mag uit het oog worden verloren dat gesloten jeugdhulp als een ultimum remedium (uiterste redmiddel) heeft te gelden en daarom uitsluitend voor zover strikt noodzakelijk dient te worden ingezet. Het kan en mag niet zo zijn dat [minderjarige] door dralen van Pactum langer in een gesloten setting verblijft dan goed voor haar is. Van alle betrokkenen mag in een situatie als deze verwacht worden dat er alles aan gedaan wordt de plaatsing zo kort mogelijk te laten duren.
Er dient nu dan ook voortvarend geacteerd te gaan worden door Pactum door op zo kort mogelijke termijn deel te nemen aan het overleg van de experttafel, opdat zo spoedig mogelijk duidelijk wordt voor [minderjarige] waar zij tot haar achttiende jaar kan opgroeien. In de tussentijd is van groot belang dat bezien wordt op welke wijze rust voor [minderjarige] kan worden gecreëerd zodat zij zich weer beter gaat voelen en haar positieve ontwikkeling kan voortzetten.
De kinderrechter is van oordeel dat er eigenlijk geen gronden meer zijn om nog een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. Gelet echter op het feit dat [minderjarige] bij een afwijzing van het verzoek zonder behandeling op straat komt te staan, hetgeen niet in haar belang is, zal de kinderrechter een machtiging verlenen voor de duur van drie maanden, tot uiterlijk 26 april 2022. Daarbij wordt uitdrukkelijk overwogen dat voortvarend toegewerkt moet worden naar een open perspectiefbiedende plaatsing en dat derhalve niet langer van de machtiging gebruik dient te worden gemaakt dan strikt noodzakelijk is.
De GI wordt verzocht uiterlijk 3 weken voor de hierna in het dictum genoemde zittingsdatum te berichten of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd. In geval van handhaving van het resterende verzoek dient de GI daarbij actuele informatie over te leggen omtrent de ontwikkeling, de behandeling en het toekomstperspectief van [minderjarige].
Mocht het zo zijn dat er alsdan nog steeds onduidelijkheid is over het perspectief en/of er vanuit Pactum nog steeds niemand is aangesloten bij de experttafel dan zal ook de behandelcoördinator van Pactum, mevrouw De Jonge, of een andere behandelcoördinator die verantwoordelijk is voor het traject van [minderjarige], worden opgeroepen voor de volgende mondelinge behandeling.
Het voorgaande betekent dat zal worden beslist als volgt.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 26 januari 2022 tot 26 april 2022;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de Raad, de GI, [minderjarige] en haar advocaat, alsmede de moeder op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant , locatie Breda, in het gerechtsgebouw aan de Stationslaan 10 te Breda, van
[datum], teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;
verzoekt de GI de kinderrechter uiterlijk 3 weken voor de genoemde mondelinge behandeling te informeren over de stand van zaken, met inachtneming van hetgeen in de beoordeling is overwogen, en aan te geven of het resterende verzoek al dan niet wordt gehandhaafd;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022 door mr. Pellikaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
SB
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 7 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.