Op 21 januari 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van een 12-jarig meisje, hierna te noemen [minderjarige], die onder voogdij is gesteld van de Gecertificeerde Instelling (GI). De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, tot 26 april 2022. De GI had verzocht om deze machtiging, omdat [minderjarige] kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder hechtingsproblematiek en een disharmonisch intelligentieprofiel. De kinderrechter benadrukte dat gesloten jeugdhulp als ultimum remedium moet worden ingezet en dat er alles aan gedaan moet worden om de plaatsing zo kort mogelijk te laten duren.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] zich niet goed voelt op de huidige groep bij de jeugdzorgplus aanbieder Pactum, waar zij sinds oktober 2021 verblijft. De onrust op de groep heeft een negatieve impact op haar ontwikkeling en welzijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog geen perspectiefbiedende plek voor [minderjarige] is gevonden, ondanks de inspanningen van de GI en de betrokken hulpverleners. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk drie weken voor de volgende zitting te rapporteren over de voortgang en het toekomstperspectief van [minderjarige].
De kinderrechter heeft de noodzaak van de machtiging onderstreept, maar ook het belang van een snelle doorplaatsing naar een geschikte, open plek. De kinderrechter heeft de betrokken partijen aangespoord om actief deel te nemen aan het overleg van de experttafel, zodat er snel duidelijkheid komt over de toekomst van [minderjarige]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022.