Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
NS Stations B.V.,
[huurder] ,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende huurbedingen in een huurovereenkomst tussen NS Stations B.V. (verhuurder) en een vennootschap onder firma (huurder). Het verzoekschrift, ingediend op 5 augustus 2022, betreft goedkeuring van bedingen die afwijken van de wettelijke voorschriften voor huur van bedrijfsruimte, zoals vastgelegd in artikel 7:291 van het Burgerlijk Wetboek.
Tijdens de zitting op 26 oktober 2022 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden en hebben zij hun standpunten toegelicht. De verhuurder heeft onder andere verzocht om goedkeuring voor een tussentijds opzegbeding en een bepaling die het einde van de huurovereenkomst na tien jaar regelt zonder rechterlijke toetsing. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat de voorgestelde afwijkingen de rechten van de huurder niet wezenlijk aantasten, mits de verhuurder zich houdt aan bepaalde waarborgen, zoals een opzegtermijn van ten minste 12 maanden en het aanbieden van een nieuwe huurovereenkomst.
De kantonrechter heeft uiteindelijk de goedkeuring verleend aan de afwijkende bedingen, met de voorwaarde dat de verhuurder zich aan de gemaakte afspraken houdt. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak biedt inzicht in de mogelijkheden voor verhuurders en huurders om af te wijken van standaard huurvoorwaarden, mits dit op een zorgvuldige manier gebeurt en de rechten van de huurder gewaarborgd blijven.